Op 16 april zou de Jupilerzaal van 013 in Tilburg gevuld worden met een flinke dosis rock ’n roll – The Dead Daisies, de supergroup waar onder andere ex-leden Whitesnake, Guns ’n Roses en Mötley Crüe in samenkwamen, speelde er de enige show in Nederland met The New Roses in het voorprogramma. Zoals gebruikelijk ging de zaal open om zeven uur en het voorprogramma begon om acht uur; toch stonden er om vijf uur al mensen in de rij voor het gebouw. Aangezien de eerste honderd aanwezigen een polsbandje kregen dat hen toegang gaf tot de meet & greet na de show en de Daisies-fanschare steeds sneller groeit, waren er om zeven uur zelfs te weinig polsbandjes voor de grote groep die zich voor het gebouw had verzameld.
Om stipt acht uur kwamen The New Roses het podium opgelopen, warm onthaald door een flink publiek dat de zaal al voor het grootste gedeelte opvulde. Na een kort welkomstwoord van zanger Timmy Rough begon de band meteen te spelen – zelfs tijdens het eerste nummer wist de band het publiek al aan het bewegen te krijgen. Rough heette de zaal welkom met een Nederlands ‘goedenavond Nederland!’, introduceerde de band en luidde zo het nummer ‘Dancing On A Razor Blade’ in, dat op het net verschenen album ‘One More For The Road’ staat.
Van het nummer ‘Life Ain’t Easy (For A Boy With Long Hair)’ werd het refrein al snel mee geschreeuwd door het publiek, en ook bij ‘It’s A Long Way’ bleef het publiek trouw de zangpartij herhalen. Op aanmoediging van Rough liet het publiek zich nóg harder horen om de Daisies, die op dat moment backstage waren, te laten horen hoe enthousiast de zaal wel niet was. Na een kleine drie kwartier gespeeld te hebben namen The New Roses afscheid – het publiek, dat tijdens de show al liet merken hoe erg de band gewaardeerd werd, zorgde voor een warm en vooral luid applaus dat de band meer dan verdiend had.
Na het voorprogramma moest het podium omgebouwd worden – enorme gordijnen sloten zich voor het podium, en terwijl het publiek wachtte werd het podium in snel tempo volledig omgebouwd en gedecoreerd. Om nog geen vijf voor negen werden de gordijnen geopend, wat voor luid geschreeuw vanuit de zaal zorgde – om precies negen uur werden de lichten gedimd en zo, in het donker, kwamen de Daisies één voor één op. Eenmaal op het podium verzameld besloot de band geen tijd te verspillen: pas na ‘Resurrected’, ‘Rise Up’ en het welbekende ‘Make Some Noise’ nam John Corabi een momentje rust om het publiek welkom te heten. Hij controleerde of het echt Tilburg was waar ze die avond optraden – de vorige keer in Tilburg had hij het publiek elke keer met de verkeerde plaatsnaam aangesproken, en hij was niet van plan dat nog een keer te laten gebeuren. Na wat grapjes ging de show meteen weer door met afwisselend nummers van ‘Burn It Down’, nummers van de vorige albums en covers waar het publiek allemaal even enthousiast op reageerde. De Daisies vlogen over het podium om met zoveel mogelijk publiek interactie te hebben, en het publiek liet de waardering daarvoor duidelijk blijken uit het lawaai dat geproduceerd werd.
Tijdens de solo van Deen schreeuwde de zaal volmondig mee met de basdrum, en zelfs de gitaarintro die Doug speelde voor het nummer ‘You And I’ werd door het publiek meegezongen. Elk bandlid kreeg de gebruikelijke introductie van John Corabi, traditiegetrouw opgevolgd door een kort stukje van zijn persoonlijke anthem. Na nog wat klassiekers van de vorige albums in de vorm van ‘Mainline’, ‘Long Way To Go’ en de fenomenale cover ‘Midnight Moses’ nam de band al afscheid. Het geschreeuw van de zaal sloeg al snel om in een “We want more”, en de band liet niet lang op zich wachten: al begon de encore met het wat rustigere ‘Judgement Day’, waarna de avond geheel in stijl werd afgesloten met het stampende, ruige ‘Helter Skelter’ van The Beatles. Nadat de laatste van vele plectra het publiek in waren gegooid en de laatste handen werden geschud, nam de band echt afscheid met de belofte snel terug te komen.
Hoewel het publiek duidelijk geen genoeg kon krijgen, kon het toch meer dan tevreden zijn met alles wat de show van The Dead Daisies het had gegeven: gillende gitaarsolo’s van gitaarvirtuoos Doug Aldrich, de uitbundige en charmante verschijningen van John Corabi en Marco Mendoza en de rotsvaste fundering van David Lowy en Deen Castronovo. Hoewel de tour en de show om het nieuwe album draaiden, was er genoeg ruimte voor de favorieten van de vorige albums en wat covers van rockklassiekers – al met al maakte het de show tot een dynamisch, veelzijdig concert dat alle verwachtingen van een rockconcert waarmaakte én overtrof.
Foto’s (c) Anneke Klungers