De Belgische STUFF. is niet een doorsnee band. De vijf mannen uit het Belgische Gent zijn niet in een hokje te plaatsen. Niet dat dat altijd moet, gezien de vele crossoverstijlen en bandjes, maar de stijlen die STUFF. (inderdaad, mét punt) samenvoegt, zijn zelf al crossovers te noemen. Een crossover van verschillende crossovers zeg maar. De mannen stonden inmiddels op Pukkelpop en Best Kept Secret. Woensdagavond stonden de mannen in Paradox in Tilburg; De tweede keer dat ze in de jazz-tempel van het Zuiden stonden.
Een korte intro luidde het donkere geluid van STUFF. in. Avant-gardistisch, donker en off-beat startte de band de set in de overvolle Paradox, waar voor de gelegenheid een keer de tafels en stoelen hebben plaatsgemaakt voor een staand publiek. De tempowisselingen, nee noem het zelfs tempoverschuivingen, wisselden elkaar in hoog tempo af; Geen maat was gelijk en de tracks van de Belgen trokken van links naar rechts. Er kan hier zelfs gesproken worden van Universitaire avant-off-funk.
STUFF. maakte veelvuldig gebruik van donkere, soms angstaanjagende samples, waarbij het er niet zelden op leek alsof de instrumentale tracks enkele vocalen kregen. Het was echter schijn, en Mixmonster Menno en toetsenist Joris Caluwaerts kozen de toonhoogten zorgvuldig uit in het vocale spectrum. De jazzinvloeden kwamen tevoorschijn in het experimentele improviserende spel van de vijf, waarbij met grote regelmaat zelfs richting de techno werd afgeweken. Ook hoorde een goed toehoorder invloeden van bijvoorbeeld Buckshot Lefonq en Alt-J in de muziek van STUFF., wat het geheel.
De golf van energie die de mannen over het publiek uitstortten, maakte van Paradox een smeltkroes van dansende, maar vooral genietende liefhebbers. Als men nu al benieuwd is hoe muziek over een honderd-tal jaren zal klinken, is een avondje STUFF. wellicht de beste mogelijkheid om daarvan een idee te geven. De Belgen zijn wellicht een van de meest progressieve bands van het moment. De connaisseursmuziek van STUFF. is dan ook te bestempelen als buitenaards goed.
Foto’s (c) Bart Teunis