Vorig jaar dook ineens de naam Bruce Mississippi Johnson op toen diens debuut-cd ‘The Deal Baby’ verscheen. Toch is deze Bruce Lester Johnson geen nieuweling in de muziek en heeft hij zijn sporen al aardig verdiend. Al vanaf zijn jongste jaren is hij omringd door de muziek, van de gospel uit de kerk, waar zijn grootvader de dominee was, en van onder meer Al Green. Lou Rawls en Jackie Wilson, die zijn neef is. Een carrière als marinier heeft e.e.a. wat vertraagd, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Vorige week had ik een telefonisch interview met Bruce, waar hij mij er meer over vertelde.
De naam Bruce Mississippi Johnson zal nog niet veel mensen iets zeggen. Kun je om te beginnen iets over jezelf vertellen?
“Ik ben geboren in Starkville, Mississippi, waar ik tot mijn twaalfde heb gewoond. Daarna ben ik naar Indianapolis verhuisd om bij mijn vader te gaan wonen. Ik ben pas gaan zingen vanaf een jaar of vijftien, zestien. Op mijn zeventiende ben ik bij de US Marines gegaan en heb gediend in Zaïre en Frankrijk. Daar zong ik nog zo af en toe. Hoewel ik er zeven jaar ben gebleven was het militaire leven niet echt iets voor mij. Nog in Zaïre werd ik lid van een plaatselijke band en trad ik regelmatig met hen op. Mijn carrière als marinier liep een beetje ten einde, dus werd het tijd om aan iets anders te gaan denken”.
Heb je meteen aan een carrière in de muziek gedacht of had je nog andere plannen?
“Wat mij betreft kon het alleen de muziek worden. Vanaf mijn zeventiende was ik in het leger en iets anders dan muziek heb ik eigenlijk niet geleerd. Ik heb naar veel muziek geluisterd en heb me daardoor door vele artiesten laten beïnvloeden. Echte idolen heb ik nooit gehad, maar de muziek van iemand als Gil Scott-Heron heeft altijd indruk op mij gemaakt. En wat dat betreft ook Little Milton en Albert King. In Parijs, waar ik toen woonde, werd ik zanger in Blues Caravan, de band van Big Joe Turner, die bekend is als bassist van B.B. King. Met hem heb ik veel opgetreden en ben ook wel eens in Nederland geweest. Amsterdam, Rotterdam en Nijmegen zijn plaatsen die ik mij herinner”.
Vorig jaar kwam jouw debuut-cd ‘The Deal Baby’ uit, die overal goed ontvangen is. Je schrijft jouw eigen nummers. Waar haal je jouw inspiratie vandaan?
“Ik schrijf mijn nummers samen met pianist John Dalgaard zonder wie deze cd niet tot stand gekomen zou zijn. (John Dalgaard is een Deense pianist, die sinds 1998 in Parijs woont, red.) Samen schrijven we de nummers. De inspiratie haal ik uit de dingen die ik mee maak of waar ik over lees of hoor. De nummers op ‘The Deal Baby’ gaan over de kunst lief te hebben en over mislukkingen in de liefde. Voldoende inspiratie hoor”.
Je woont nu al jaren in Londen en daarvoor in Parijs. Ben je ooit nog van plan om terug te keren naar de VS?
“Nee, eigenlijk niet. Ik woon al langer buiten de VS dan dat ik er daadwerkelijk gewoond heb. Het enige wat ik mis is mijn familie, maar die kan ik gewoon bezoeken. Ik voel mij in Europa meer thuis dan in Amerika”.
Wat zijn jouw plannen voor de toekomst? Een nieuwe cd, tournees? Plannen om ook Nederland weer eens te bezoeken?
“Op het ogenblik zit ik in Parijs om samen met John Dalgaard te werken aan nieuwe nummers. Het karakter van de nummers zal anders zijn dan op mijn eerste cd. Ik wil de mensen nu proberen te bereiken door mijn betrokkenheid in muziek om te zetten. Het zal gaan om de verhoudingen tussen de rassen, over discriminatie en rassenongelijkheid. Ik wil proberen hiermee een dialoog te openen. Het is allemaal nog in een beginstadium; er is nog veel werk te doen. We hebben zelfs nog geen platenmaatschappij gevonden die het wil uitgeven. En ik wil natuurlijk optreden en op tournee gaan. En ik wil ook Nederland weer eens bezoeken. Plannen genoeg, zoals je hoort”.
Dan heb ik nog een laatste vraag voor je, die niets met muziek te maken heeft. Maar wel een waardoor we Bruce Johnson beter leren kennen. Stel dat je een vriend of vriendin hebt die in alles op jou lijkt – waaraan zou je je op den duur gaan ergeren?
“Uitstelgedrag, daar hoef ik niet lang over na te denken, uitstelgedrag”.
“Bruce, dank je dat je de tijd hebt genomen voor dit interview. Veel succes en wellicht tot ziens. En jij ook bedankt, Eric, dat je aandacht schenkt aan mij en mijn muziek. Wie weet komen we elkaar tegen als ik Nederland bezoek”.