Zanger en gitarist Peter Karp is geboren in New Jersey. Vanaf zijn negende woont met zijn vader en stiefmoeder in een trailerpark in Alabama. Hier kwam hij voor het eerst in aanraking met de muziek van Son House, Robert Johnson en Muddy Waters. Zijn eigen muzikale carrière bracht hem via punk en rock uiteindelijk toch weer naar de blues. Hij werkte tien jaar in de filmindustrie, omdat hij gedesillusioneerd was in de muziekindustrie. Toch liet de muziek hem niet los en in 1998 verscheen zijn eerste, slecht opgenomen live-cd. En nu is hij een van de meest gewaardeerde bluesmuzikanten van het ogenblik.
Zijn nieuwste cd is getiteld “Blue Flame”, een titel die hij ontleent heeft aan een gesprek dat hij ooit had met Willie Dixon, de (letterlijk) grote bluesman en componist: “When it’s honest and real it burns hot, like a blue flame.” Op de cd staan dertien eigen nummers, waarvan er een aantal al eerder te horen waren op de live-cd “The Arson’s Match”. Deze zijn voor dit album opnieuw in de studio opgenomen. Karp, die zingt en gitaar, orgel, piano, harmonica en accordeon speelt, krijgt hulp van mensen als Mick Taylor (gitaar), Kim Wilson (harmonica), Todd Wolfe (gitaar), Dave Keyes (toetsen) om er maar een paar te noemen. Karp is een prima songwriter, die gevoel, spanning en ook humor in zijn teksten weet te leggen. Ik hoor een rode draad met het thema dat het leven je kan teleurstellen en je problemen kunt krijgen, maar het beste is om door te blijven gaan op de door jou ingeslagen weg. Ik hoor dit onder meer in nummers als “Rolling On A Log”, “Train O’ Mine”, The Turning Point” en “Round And Around”. Zijn humor komt onder meer tot uiting in “Your Prettiness” en “Loose Ends”. Wederom een prima cd. (8,5) (Rose Cottage Records)