Enkele maanden gelden verscheen Eamonn McCormacks dubbelalbum ‘Like There’s No Tomorrow’. Eerder deze maand tourde hij door België, Nederland en Duitsland. Voorafgaand aan zijn optreden in Gebr. De Nobel in Leiden namen we de gelegenheid voor een gesprek met deze sympathieke Ierse gitarist. Het gesprek voerden we onder het genot van een cappuccino en een kop thee in een café in Leiden.
Eamonn heeft de hoogtepunten, maar ook de dieptepunten van het muzikantenleven meegemaakt. Hij is er zelfs enkele jaren helemaal mee gestopt. Na een kleine twintig jaar als Samuel Eddy rondgetourd te hebben stapte hij in 2002 een tijd uit de spotlights. “Dat klopt. Ik had me kapot gewerkt en had een pauze nodig. Zelf dacht ik aan een maand of zes, maar dat werden acht jaar. Het is niet zo dat ik niets heb gedaan. Ik was veel op de achtergrond bezig, heb jonge bands geholpen. Het was een goede tijd voor me, Verfrissend. In plaats van avond aan avond dezelfde dingen te spelen en vast te roesten had ik nu de gelegenheid om naar anderen te luisteren. Dit is zeker van invloed geweest op mijn spel.”
Eamonn heeft nooit iets anders willen doen dan muziek maken. Aan een ‘normale’ baan heeft hij nooit gedacht. “Ik speel al sinds mijn twaalfde gitaar. De eerste keer dat ik onder de indruk was van muziek was op mijn zevende. Op school speelde een jongetje uit een lagere klas gitaar. Klassiek gitaar. En toen wist ik al dat ik dat ook wilde gaan doen. Dat jongetje ben ik later nog eens tegengekomen. Dat is Gerry Leonard, die veel met David Bowie heeft gewerkt en nu met Suzanne Vega. Zelf luisterde ik eerst veel naar akoestisch werk, zoals Bob Dylan, Crosby Stills Nash & Neil Young. Mij zus had een elektrische gitaar en toen kwam de interesse voor Eric Clapton, Taste en Gallagher. Op school begon ik in een garage band. Ik ontmoette Rory Gallagher toen ik zeventien was en vanaf mijn eenentwintigste heb ik vier jaar in de VS gewoond. Leuk verhaal, in San Francisco speelde ik in een band, waar ik een gitarist met de naam Walter had vervangen. Jaren later kwam ik deze Walter tegen toen hij in de band van John Mayall speelde. Het was Walter Trout. Diens roadie wist zich nog te herinneren dat ik de gitarist was die hem in San Francisco had vervangen.“
Eamonn schrijft veel nummers zelf. Hij heeft ook al wat namen genoemd van muzikanten die hem inspireren. “Meestal rommel ik wat op de gitaar en ontstaat er een melodielijn of een bepaald ritme. Gaandeweg komt er een lijn in en dan past dit gewoon bij een onderwerp; een gebeurtenis, iets wat ik gezien heb of gewoon bedacht heb. En zo ontstaat bij mij een nummer. Dit proces kan tien minuten duren, maar net zo makkelijk tien jaar. Naast de invloeden van de oude meesters kijk ik ook graag naar optredens van nieuwe bands, waardoor ik nieuwe inspiratie opdoe.”
Eamonns recente album is een dubbelaar, die bestaat uit een elektrische bluesrock-cd en een akoestische cd. Eamonn heeft zelf een mooie filosofie over de titel van de plaat ‘Like There’s No Tomorrow?’… “Ik sprak eens met mijn agent in Duitsland en vertelde hem dat ik van plan was om twee cd’s uit te brengen, een elektrische en een akoestische. Toen kwam hij met het idee om dit te combineren in een dubbel-cd. Er zijn twee redenen waarom ik voor deze titel heb gekozen. In 1990 speelde ik in Erfurt, dat was toen nog de DDR. In 2007 was ik er weer en toen sprak iemand mij aan die mij zeventien jaar eerder had zien optreden. Hij zei toen, dat ik speelde ‘like there’s no tomorrow’. Deze uitspraak is ergens blijven hangen. De tweede reden is de huidige toestand in de wereld. Er hoeft maar iemand op de verkeerde knop te drukken…. Er kan van alles gebeuren. Dus leef nu ‘like there’s no tomorrow’.“
In het boekje bij de cd is een citaat van William Shakespeare geplaatst. “Op school moesten wij de werken van Shakespeare leren. MacBeth enzo. Ik had nog ruimte over op het boekje en zat te bedenken hoe ik dat kon opvullen. En toen schoot dit citaat uit ‘The Merchant of Venice’ mij binnen. Het leek mij wel passend om dit te plaatsen:
“The man that hath no music in himself, Nor is not moved with concord of sweet sounds, Is fit for treasons, stratagems, and spoils; The motions of his spirit are dull as night, And his affections dark as Erebus. Let no such man be trusted. Mark the music.”
Het gesprek komt op het onderwerp dat de blues dood is. Althans, dat wordt beweerd. “Dat vind ik niet. Er is altijd een op- en neergaande lijn. Dit werd al gezegd toen de disco opkwam. Die is nu praktisch verdwenen, maar de blues kwam terug. En ik geloof ook dat de blues nu weer aan populariteit aan het winnen is. Kijk maar eens naar Joe Bonamassa, die volle zalen trekt. Er zijn genoeg jonge muzikanten die deze muziek oppakken en zelfgemaakte muziek maken. Ik kan zelf van alle muziek genieten. Ook van klassiek, van Frank Sinatra. Maar voor mij houdt het op als computers het gaan overnemen, bijvoorbeeld als je hoort dat stemmen gemanipuleerd worden.”
Eamonn is een muzikant die veel werkt, vaak van huis is. Wat doet hij als hij niet met muziek bezig is? “Ik heb een jong gezin”, lacht hij, “Ik ben laat begonnen. We hebben een dochtertje dat bijna vijf jaar oud is en een zoontje van zeven maanden. En verder zorg ik dat ik gezond en fit blijf. Ik lust best een biertje als ik niets meer hoef te doen, maar vroeger kwam de eerste al bij de soundcheck. Dat doe ik niet meer”.
De toekomst brengt mooie dingen voor Eamonn “Ik noemde net al mijn Duitse agent. Een hele goede. Die is bezig met een plan waar ik nog niet al te veel over mag vertellen. Ik licht wel een tipje van de sluier op. Denk aan de G3 Tour van Joe Satriani, maar dan in de vorm van bluesrock.” De plannen die er verder zijn moeten we geheim houden van de muzikant. Plannen die erg interessant klinken. Wordt gegarandeerd vervolgd.
Uiteindelijk zijn er altijd nog wel dingen die nog te wensen zijn. “Leren om goed piano te spelen. Ik rommel wel wat, maar ik zou het eens goed willen leren. Zoals bijvoorbeeld Neil Young, die tijdens een rockconcert achter de piano gaat zitten en in zijn eentje het publiek stil weet te krijgen. Dat ben ik al jaren van plan, maar ik stel het steeds uit. Ik moet er toch echt eens aan gaan beginnen.”
Die avond speelt Eamonn solo in het voorprogramma van Tommy Castro. De eerste twee nummers met alleen elektrische gitaar. Een speeltje dat voor bas- en drumbegeleiding zorgt, geeft hem bij de volgende nummers de ruimte om zich meer te concentreren op zang en solowerk. Ondanks het feit dat het publiek bestond uit minder dan twintig personen gaf hij een prima show. In het voorjaar keert hij terug met zijn eigen band.