In de jaren ’60 en ’70 was het bijna normaal dat een artiest of band ieder jaar met een nieuw album kwam, of soms zelfs met twee albums in een jaar tijd. Die tijden zijn allang voorbij, maar de drie Nederpop-iconen uit die tijd doen die tijd weer herleven. Want nadat Boudewijn de Groot, Golden Earring-gitarist George Kooymans en voormalig Doe Maar-voorman Henny Vrienten eerder dit jaar met veel succes als supergroep Vreemde Kostgangers een debuutalbum uitbrachten, komen ze nu amper 9 maanden later al met een vervolg daarop, genaamd ‘Nachtwerk’. Naar eigen zeggen omdat ze geen tijd hebben te verliezen vanwege hun leeftijden.
Op hun debuutalbum hoorden we de drie heren frisse songs voorschotelen met duidelijk hoorbaar veel speelplezier. Grote verrassing op het album was een Nederlandstalige zingende George Kooymans. Wat hem zeer goed bleek te passen. Op ‘Nachtwerk’ borduren ze daarop voort, maar het is als geheel wel wat soberder. Kooymans excelleert opnieuw in songs als ‘Leven Zat In de Stad’, ‘Bang’ en ‘Hekel Aan De Blues’. De Groot heeft met ‘Ze Houdt Van Mij’ en ‘Verslaafd’ twee nummers afgeleverd die in zijn eigen oeuvre ongetwijfeld klassiekers geworden zouden zijn. Vrienten excelleert vooral in een nummer als ‘Geloof Hoop Liefde’. Ook één van de weinige nummers waarin het groepsgevoel naar voren komt voor de samen gezongen harmonieën.
Want dat ontbreekt grotendeels op dit album. Waar ze op hun eerste album echt als een groep te horen waren, lijkt het hier alsof je naar een verzamelalbum van drie verschillende projecten van de heren zit te luisteren. Hoewel de meeste songs wel van hoog niveau zijn mis je de frisheid van het debuutalbum, en duurt het net een paar nummers te lang. Al blijft het een bijzondere samenwerking van deze drie artiesten waarvan je zeker hoopt dat er nog een derde album van zal verschijnen, maar hopelijk horen we dan weer meer van de groepsdynamiek terug dan op ‘Nachtwerk’. (7,0/10)(Universal)