Het heeft even geduurd, maar het nieuwe album van Vandenberg’s Moonkings is klaar – voor het eerst in bijna drie jaar gaan de Moonkings binnenkort het podium weer op met nieuw materiaal. Het tweede album van de hardrockband rond de Nederlandse gitarist Ad Vandenberg, ‘MK II’, komt drie november uit. In het American Hotel in Amsterdam vertelde niemand minder dan Ad Vandenberg zelf uitgebreid over het nieuwe album, alle vertragingen tijdens het opnameproces en de ontwikkeling die de band heeft doorgemaakt sinds zijn ontstaan in 2014.
Het zogenaamde ‘Second Album Syndrome’ is een bekend fenomeen in de muziekwereld; het overkomt vooral bands die veel succes hadden met het debuutalbum, waardoor er extra veel druk lag op het vervolg. Dit veelvoorkomende dilemma was echter niet van toepassing op de Moonkings; hele andere redenen lagen ten grondslag aan het steeds maar uitstellen van het nieuwe album. “Het is een aaneenschakeling van situaties die niet onder controle waren’, vertelt Ad. “Allereerst; tijdens de laatste fase van de vorige tour bleek ik een teek in mijn been te hebben en toen heb ik een lyme-infectie opgelopen. Dat kostte me eigenlijk al een jaar. Je voelt je continu beroerd, je bent bekaf, je hebt een soort griepgevoel in je hoofd, maar dan heel sterk – je wordt er heel wazig van en zo (en ik ben al wazig genoeg van mezelf, daar heb ik geen ziekte voor nodig). Dat scheelde dus al een jaar, en daardoor liep eigenlijk de hele planning in het honderd.
Jan heeft een heel groot boerenbedrijf, en doordat we die vertraging hadden schoof de planning die we eigenlijk hadden geprobeerd aan te houden op zodat hij in een van zijn twee hele drukke seizoenen terechtkwam. Ongeveer twee maanden lang kon ik hem niet inwerken in het nieuwe repertoire (want ik had de nummers grotendeels al klaar). Toen dat opschoof moest de studio ook weer opgeschoven worden want die was ook al half geboekt, en dat kon ook pas weer een maand of twee later. Toen we daar terecht konden, had de mixer/engineer waarmee ik graag werk, Ronald Prent, inmiddels alweer een project in Duitsland. Het drukte elkaar allemaal vooruit en voor we het wisten werd het pas anderhalf jaar later dan de bedoeling was. In het begin vond ik het allemaal nogal frustrerend, maar ik was alleen al benieuwd hoe ik van die ziekte af zou komen; sommige mensen hebben het levenslang. Ik dacht, dat gaat godverdorie mij toch niet overkomen?
Ik heb vijf antibioticakuren gehad – er was geen bacterie levend meer in mijn lijf – en daarna moet je lichaam die bacterie zelf afbreken. Dat heeft uiteindelijk toch wel tweeënhalf jaar geduurd. De laatste keer dat ik een lyme-aanval had was vier of vijf maanden geleden, maar zo’n aanval is nu veel meer op de achtergrond; het duurt een dag of twee, drie, maar je kan gewoon al je dingen doen. Dat is in ieder geval de eerste oorzaak waardoor het hele zaakje is opgeschoven.” Alle omstandigheden leidden echter niet alleen tot vertragingen en frustratie; ze hadden ook een zekere invloed op de inhoud van het album. “Het heeft zeker geleid tot een gedeelte van de tekst in ‘The Fire’, en misschien van ‘Tightrope’ ook wel een beetje. Ik houd eigenlijk altijd wel een beetje van een positief verhaal, en niet zo van die doemdenkerige teksten in rock – ik wil er meestal toch wel een goed gevoel van krijgen – een kutgevoel kan ik wel op andere manieren krijgen.
Met name ‘The Fire’ gaat niet zozeer specifiek over míjn situatie, maar wel over de situatie dat je passies en datgene waar je in gelooft, de dips daarin moet zien te overwinnen en dat je dat vuurtje aan de gang moet proberen te houden. Die tekst rolde eigenlijk zo naar binnen, en toen realiseerde ik me later: dat zal wel wat te maken hebben gehad met de afgelopen anderhalf jaar. ‘What Doesn’t Kill You’ gaat daar indirect ook een beetje over, maar wat meer over de situatie zoals die nu in de wereld is; de hele wereld staat nu eigenlijk een beetje in de fik. Tegelijkertijd is er ook de positieve draai die ik eraan probeer te geven; uiteindelijk, wat er ook allemaal gebeurt; je komt er wel sterker uit. Dat is bijna met iedere tegenslag zo, alleen op het moment dat je erin zit dan zie je dat niet zo. Dat is wel hoe het leven in elkaar zit.”
Bij het bespreken van de nieuwe Moonkingsmuziek kan een vergelijking met de muziek die hij schreef in zijn tijd bij Whitesnake niet uitblijven. Ad vertelt over zijn voornemen zich niet te laten leiden door druk, van de platenmaatschappij of wie dan ook. “Bij Whitesnake was de naam gevestigd en de 15 miljoen platen verkocht (dat kan je je nu niet meer voorstellen); dan kan je niet al te veel van het pad afwijken, en is er veel druk. Bij de Moonkings kan ik veel meer naar links en naar rechts. Met de Moonkings ben ik ook teruggegaan naar de basis waar ik het meest van houd; gewoon drie gasten die een instrument bespelen en een zanger. Dat is wat je hoort: what you hear is what you get. Ik vind het kicken dat je in je blote kont staat, eigenlijk, dat je je niet verschuilt achter enorme hoeveelheden op elkaar gestapelde lagen geluid. Ik houd ervan dat als je naar muziek luistert, je de band helemaal voor je kan zien staan. Dat je het gevoel hebt dat je op de beste plek in de zaal zit waar die band staat te spelen. Dat is bij het eerste album eigenlijk ook zo; dat klonk alsof we in een clubje stonden te spelen, en je op de eerste rij zat. Het klinkt eigenlijk relatief klein, en voor het tweede album wilden we het eigenlijk wat liever dichterbij ons live-geluid hebben, iets vetter allemaal. De eerste plaat was eigenlijk ook een beetje een anti-statement tegen de bands die allemaal hetzelfde klinken.”
De reacties die volgden op die eerste plaat waren niet alleen (welbekend) lovend, maar ook verbaasd. “Toen de eerste plaat uitkwam kreeg ik bergen berichten van vrienden van mij uit Amerika en vroegere collega’s, die vroegen; hoe kom je in godsnaam aan die band? Dan zei ik gewoon; die komen bij mij uit de stad, Jan zit hier iets verderop op de boerderij. “Een boerderij?!” riepen ze”, lacht Ad. Juist het feit dat zijn bandleden geen gerenommeerde muzikanten waren, draagt volgens Ad bij aan de succesformule van de Moonkings. “Ik zou het zelf niet trekken om in een band te spelen met een paar gasten die het allemaal wel hebben gezien en als ontzettend goed worden beschouwd, en die de hele wereld al kent. Ten eerste weet je al precies hoe het gaat klinken, want die is van die band en die is van die band.. je gooit de ingrediënten bij elkaar en het taartje dat er uit komt weet je van te voren eigenlijk al. Dat hele ego-gedoe, daar heb ik nooit wat mee gehad (ook in mijn Whitesnake periode niet) en dat vind ik ook gewoon zonde van mijn leven. Dat gezeik wil je gewoon niet in de band hebben – dat gaat ten koste van alles, eigenlijk, en los van de sfeer in de band, ook ten koste van de manier waarop je een publiek wel of niet meesleept.”
Aan de andere kant betekent het ook dat het lastiger is om het leven van een rocker te combineren met het leven dat zijn bandleden daarvoor leidden. Zo heeft zanger Jan Hoving een groot boerenbedrijf dat hij, naast alle bezigheden rond de Moonkings, nog moet onderhouden. Ad beaamt; “Voor Jan is het het lastigst. Maar we hebben het er allemaal voor over, we proberen het zodanig te plannen dat we het kunnen. Tsja, bij Jan.. om sommige dingen moet je heen plannen. In zijn drukste periodes kunnen we nog steeds shows doen in Nederland, Duitsland, België en Engeland en zo. We hebben in een van zijn drukke periodes ook een show in Scandinavië gedaan; op de dag van het optreden erheen en de volgende ochtend vroeg terug. En dan zit hij gewoon weer om tien uur ’s ochtends op de tractor.”
Ook zijn kunst komt nog even ter sprake; in de periode tussen Whitesnake en de Moonkings had Vandenberg alle tijd voor zijn kunst, maar nu heeft de muziek weer even prioriteit. Wel heeft hij de albumhoes van het nieuwe album zelf kunnen ontwerpen. “Buiten de platen van Whitesnake om heb ik altijd zelf mijn hoezen gedaan, dat vind ik hartstikke leuk omdat het een van de weinige keren is waar ik muziek en kunst kan combineren. Ik verheug me ook op de tijd waarin ik wel weer wat meer tijd heb voor schilderen, maar ik zou dit er niet voor laten lopen; als ik 95 ben kan ik nog steeds schilderen, maar dan ga ik niet meer als een kerstboom verkleed het podium op!”. Na nog wat geklets over zijn samenwerking met Paul Rodgers (het op YouTube opzoeken waard), zijn anekdotes over Eddie van Halen en de geweldige basloopjes van Andy Fraser neemt Ad Vandenberg afscheid; een kort afscheid maar, want binnenkort is hij met zijn Moonkings op podia in heel Nederland te vinden. De Moonkings zijn er al helemaal klaar voor; nu de Nederlandse rockers nog!
Foto’s (c) Anneke Klungers