7 Layers, 7 stappen naar verlichting, 7 vette en 7 magere jaren, we zitten nu zeker wat betreft de singer-songwritermuziek in de vette jaren, getuige dit festival. Een heel blik vol met nieuwe en al wat bekendere muzikanten stonden op het affiche dat Dotan had uitgezocht om het publiek mee te amuseren.
Het festival speelde zich af op 5 verschillende prachtige plekken (waarvan 2 in Paradiso) met ieder een eigen sfeer en indruk. De locaties lagen voor mensen zonder fiets wel wat ver uit elkaar. Het begin was enigszins rommelig daar iedereen zijn kaart moest omwisselen en eventueel ook nog een Paradiso lidmaatschap moest aanschaffen om ergens naar binnen te kunnen. Dat zorgde ervoor dat er een lange wachtrij bij de ingang van Paradiso stond.
De Duif, de kerk waar Jos Brink vroeger preekte, was nu het domein van de singer-songwriters. Elias werd alleen op piano begeleid. Samen stonden ze er als Jezus en Maria op het altaar. Zijn zangcarrière begon ook in de kerk bij een koor. Tegenwoordig heeft hij zijn koorleden niet meer nodig en staat hij zijn mannetje alleen wel. De kerk gaf een mooie galm aan zijn stem die volwassen klonk.
SYML stond met strijkers op het hoofdpodium van de rocktempel Paradiso. Met zijn live versie van de spotify hit ‘Where’s my love’ wist hij het publiek voor zich te winnen. Door de extra instrumenten klonk hun muziek voller en was er meer afwisseling. De altijd heerlijk klinkende cello gaf een lekkere donkere ondertoon mee.
Máini Orrason stond in de lastig te bezoeken bovenzaal van Paradiso, daar de capaciteit daarvan redelijk klein was. Zijn optreden was best aardig, echter niet echt hoogstaand van niveau. Hij had beter van de muziek van Bruce Springsteen af kunnen blijven, de cover die hij speelde klonk niet best.
Weer op de fiets om bij de Siv Jakobsen uit er komen. Ze speelde in de Vondelkerk, ook een prachtige sfeervolle locatie waar een geheel in het zwart geklede Siv zonder schoenen op het podium haar melancholische nordic mellow folk ten gehore bracht, maar immer een afstand tot haar publiek had. Van haar debuutalbum speelde ze op bijzondere wijze een cover van ‘Toxic’ van Britney Spears (van wie ze een grote fan is).
De Britse alleskunner, Laurel Arnell-Cullen, kreeg haar podium in Peoples Place waar ze met haar elektrische gitaar en haar ruigere stem haar kunsten liet horen. Laurel had haar plaat ‘Park’ op haar eigen kamer opgenomen, geproduceerd en gemixt. Haar Indiepop muziek was duidelijk anders, harder, scheller en hoekiger dan de eerdere optredens vandaag.
Isaac Gracie stond uiterst relaxt op het grote podium van Paradiso alsof het zijn thuis was. Als zijn gitaar even niet goed gestemd was stopte hij gewoon, neuriede een deuntje tijdens het stemmen en ging weer verder als zijn gitaar weer in tune was. Zijn stem klonk prachtig zonder dat hij er schijnbaar moeite voor moest doen, het zag er allemaal zo eenvoudig uit. In een muisstil Paradiso klom hij tot grote muzikale hoogte. Bijzonder was zijn oprechtheid, wat ook tot uitdrukking kwam in het nummer ‘Love (ain’t always so good)’.
Charly Cunningham had zijn plek op het altaar van de Duif, die inmiddels helemaal vol zat. Tot aan het koor bij het orgel zaten/stonden de mensen en terecht, bleek al gauw. Hij speelde nummers van ‘Heights’, zijn laatste album. Hij bracht zijn muziek op een geweldige manier met afwisselend gitaarspel. Naast het beroeren van de snaren gebruikte hij ook de klankkast om ritme mee te maken. Deze uit de Spaanse flamenco muziek afkomstige techniek had hij geleerd tijdens zijn verblijf aldaar. Met een staande ovatie nam het publiek afscheid van deze zeer getalenteerde muzikant en hiermee eindigde de eerste dag van het 7 Layers festival.
Foto’s (c) Hans Kreutzer / Maxazine