Myrthe van de Weetering lanceert haar debuutalbum ‘Dégoût’ in het Amsterdamse Splendor op 18 april. Het is haar eerste soloalbum en dat vervult de violiste vanzelfsprekend met trots: “In mijn carrière heb ik tientallen albums ingespeeld en meegewerkt aan ontelbaar veel producties, maar dit is een persoonlijke mijlpaal: een eigen album, vol met eigen werk en talrijke waardevolle samenwerkingen. De release vier ik in stijl, samen met een groot deel van de muzikanten die meewerkten op mijn album.”
Op maat gemaakte composities
‘Hoe versmelten muziek en beeld tot een nieuw geheel?’ was de vraag die Van de Weetering zichzelf stelde en die als basis van haar debuutalbum fungeerde. Iedere film verdient in feite een op maat gemaakte muzikale benadering. Wanneer je als filmcomponist klassieke muziek schrijft, zul je precies te horen krijgen wat je voor het orkest geschreven hebt. De muziek en al zijn parameters – snelheid, dynamiek en energie – staan vast als een huis. Aanpassingen zijn vrijwel onmogelijk vanaf het moment dat de bladmuziek aan de orkestleden overhandigd is. Terwijl er zoveel aspecten zijn waar je op zou kunnen reageren: emotie, sfeer, spanning, snelheid en zelfs kleur of vorm.
Geïmproviseerde muziek leent zich uitstekend voor film: er kan door de muzikanten steeds ingesprongen worden op wat er in het beeld gebeurt, en op wat het beeld op dat specifieke moment nodig heeft. De muziek kan met een ander gevoel gebracht worden, er kan dynamiek aangebracht worden, er kan vertraagd en versneld worden, de muziek kan de overhand nemen of juist meer in de achtergrond opgaan. Wanneer je een groep getalenteerde jazzmuzikanten in je studio hebt, kun je ze on the spot op een stuk of tien compleet verschillende manieren laten uitvoeren. Op deze manier kun je een ijzersterk thema schrijven dat terugkeert in de film, elke keer met een andere benadering die bij de desbetreffende scène past, waardoor je de perfecte organische rode draad door het verhaal in de film creëert.
Via Miles Davis naar unieke microsoundtracks
Voor haar eigen album raakte Myrthe van de Weetering geïnspireerd door ‘Ascenseur pour l’échafaud’, waarvoor niemand minder dan Miles Davis de muziek schreef. Zijn in twee dagen geïmproviseerde soundtrack raakt de onderhuidse sfeer van de film perfect. Alle stukken passen bij elkaar omdat de stijl, sound en muzikanten steeds dezelfde zijn, en alle stukken passen bij de film omdat ze afhankelijk van de scène haast stroperig traag of juist zenuwslopend snel zijn, en omdat de sfeer ervan net als die van de film soms beklemmend en dan weer melancholiek is. Kleine geïmproviseerde muzikale toevoegingen accentueren subtiel bepaalde nuances.
Toen videokunstenaar Maarten Groen een fotoserie op 35mm-film ontwikkelde waarvan hij de foto’s zonder enige vorm van nabewerking direct afdrukte op een contactsheet vroeg hij Van de Weetering om hier passende muziek bij te maken. De analoge zwart-witbeelden vormen samen een prachtige film noir en Van de Weetering besloot de film stills te voorzien van korte muzikale sfeerimpressies. Ze componeerde 17 mini-soundtracks voor een twaalfkoppige bezetting. In reactie op Groens keuze voor de analoge 35mm-film en de onthouding van nabewerking, besloot Van de Weetering alle instrumenten tegelijkertijd op te nemen in een enorme ruimte met microfoons uit dezelfde tijd en het precies zo op vinyl te persen als het was opgenomen.
Sommige stukken zijn geschreven voor een intiem strijkersduo, in andere stukken scheurt een elektrische gitaar over een energieke jazzband met blazerssectie. De muzikale thema’s zijn uitgeschreven en het overgrote deel van de muziek is volledig gearrangeerd, maar er is veel ruimte gelaten voor interpretatie, solo’s en improvisatie van de muzikanten. In de studio nam Van de Weetering af en toe de rol aan van dirigent, op andere momenten liet ze de muziek zijn beloop. Het resultaat is een uniek 180-grams vinylalbum met een bijzondere zilverprint handgedrukte cover. Net als het product waarvoor de muziek ontwikkeld is gaan bij het fysieke album muziek en beeld ook hand in hand.