Ze staan niet meer hoog in de hitlijsten maar sinds Skunk Anansie in 2009 weer bij elkaar is, speelt de Britse band in grotere zalen dan ooit. Vooral op het Europese vasteland want in hun thuisland is de rockband rond zangeres Skin een stuk minder succesvol. “In Engeland zijn ze verbaasd dat we nog bestaan. Ze geloven al helemaal niet dat we gemiddeld voor zeven tot twaalfduizend man spelen.”
Skunk Anansie wordt in 1994 opgericht in Londen en breekt een jaar later door met het debuutalbum ‘Paranoid & Sunburnt’. De militante rockband is uitermate succesvol in de late jaren negentig en scoort hits als ‘Weak’, ‘Hedonism’ en ‘Charlie Big Potato’. In 2001 stoppen ze ermee, waarna zangeres Skin een solocarrière start. Vanaf 2009 is Skunk Anansie weer actief. Vorig jaar verscheen het zesde album ‘Anarchytecture’ en de band speelde onlangs nog in een uitverkochte Afas Live.
Band van het volk
Skunk Anansie lijkt in Europa populairder dan ooit terwijl de band in eigen land op kleinere schaal dan vroeger opereert. “Veel mensen denken dat we vijftien jaar geleden gestopt zijn”, zegt Skin. “De mainstream industrie haat ons, maar de mensen houden van ons. We zijn een band van het volk.”
Volgens de zangeres had Skunk Anansie in de jaren negentig lang niet door hoe populair de band was: “We waren toen negen maanden per jaar op tournee. Na een goede show in Amsterdam vertrokken we weer. Er was geen social media waardoor je het effect ervan merkte. Als iedereen het over ons had, waren wij de stad alweer uit. We hadden lang geen idee wat we losmaakten.”
Hedonism
Skin zegt dat Skunk Anansie altijd precies de muziek heeft gemaakt die het wil. “Als je mensen probeert te geven wat ze willen, beïnvloedt dat je creativiteit. Dan ga je rotzooi maken. We hebben wel songs met een commerciële potentie, maar dat was niet de insteek. ‘Hedonism’ bijvoorbeeld, we hadden nooit verwacht dat het een hit was. Die had al op ons eerste album kunnen staan, maar we lieten het eraf. Je kunt nooit voorspellen wat er met een liedje gebeurt.”
Boodschap
Gitarist Ace ziet dat jonge artiesten teveel bezig zijn met wat andere mensen van hun muziek vinden. “Wij hadden nooit verwacht dat we groot zouden worden en deden daarom precies wat we wilden. Nu zetten bands als ze net twee weken bij elkaar zijn hun muziek op YouTube omdat ze reacties willen. Als ze het gevoel hebben dat iets niet aanslaat, halen ze het er snel weer af. Zo word je dus nooit een radicale band met een interessante boodschap.”