Tja, probeer hier maar eens een label op te plakken. De Noorse gitarist Eivind Aarset onttrekt zich er al jaren aan. Alhoewel hij tot de kringen van de Noorse avantgarde jazz scene gerekend wordt – ook zijn jongste album ‘I.E’ werd op het Jazzland Recordings label van Bugge Wesseltoft uitgebracht – is zijn muziek het best te omschrijven als een samenbrengen van stijlen zo divers en ogenschijnlijk ver uiteen liggend als jazz, elektronisch, ambient en wereldmuziek (verdere discussie over die laatste term gaan we hier uit de weg). ‘Nu Jazz’ klinkt als term aardig. Maar of het de lading dekt valt te betwijfelen. Ik houd het op ‘de andere kant van ambient’. De grootste kracht van de muziek van Aarset is nu juist dat die tegelijk herkenbaar is en toch vrijwel niet te klassificeren. Pogingen daartoe zijn futiel en feitelijk nutteloos. Zoals allegoed muziek spreekt die voor zichzelf. En zoals goede wijn geen kroon behoeft, zo kan de muziek van Aarset zonder label.
Eivind Aarset is een musicus die een zeer herkenbare sound koppelt aan ongebreidelde lust tot ontdekken en verkennen. Verwacht daarom dan ook niet dat het vinden van oplossingen zal leiden tot een stramien of vaste set muzikale oplossingen. Het album ‘I.E’ wordt geroemd om deze combinatie van herkenbaarheid en ontdekkingsdrift en het optreden dat de muziek van het album centraal stelde was niets minder dan spectaculair. Hulde aan LantarenVenster dat deze muziek een podium geeft.
Het gezelschap dat Aarset (spreek uit ‘Ohrset’) bij elkaar gebracht heeft, bestaat naast hemzelf uit Audun Erlien (bas), Wetle Holte en Erland Dahlen (beiden drums en elektronica). De musici zijn uitmuntend op elkaar ingespeeld en beheersen daarbij hun instrumenten op een dermate hoog niveau dat ze in staat zijn de weergaloze gelaagdheid van de stukken en de wijde verscheidenheid aan sferen ogenschijnlijk moeiteloos naar het moment te vormen.
Zo werd het publiek vergast op een vrijwel integrale uitvoering van het album ‘I.E’. En toonde de band aan dat ook bij live muziek geldt dat het geheel in het beste geval vele malen meer is dan de som der delen. En dit was zo’n beste geval.
Natuurlijk begint het bij de composities en de keuzes die daarin gemaakt zijn. En ja, Aarset’s gitaar is de dominante factor in de muziek. Gezeten aan fors formaat keukentafel vol met elektronica en effectapparatuur tovert hij de ene keer ijle sferen en klanktapijten tapijten, dan ongename piep en kraak sounds en daarna weer riffs en keihard scheurende crescendo’s uit zijn gitaar tevoorschijn. Daarbij moet gezegd worden dat ‘gitarist’ alleen maar kan slaan op het instument waarmee hij werkt. De klanken die hij eruit tovert zijn vaak niet eens te herleiden tot die zes snaren. Hij neemt de luisteraar mee van ambient, via klassieke rock à la Pink Floyd en regelrechte klankexperimenten naar ongemakkelijke en onwennige supergelaagdheid waar zijn gitaargeweld slechts vorm krijgt door de inbedding in het raamwerk dat zijn medemuzikanten scheppen.
Die mogen zeker niet onderschat worden. De term slagwerker doet Holte en Dahlen geen recht. Alhoewel ze als duo ook echt keihard kunnen drummen – knap trouwens hoe ze elkaar daarbij op geen enkele manier in de weg zitten – en prachtig bombastisch slagwerk produceren, was veel van hun inbreng vooral een bijdrage aan de klanklandschappen. Zoals bleek na afloop van het concert, toen het podium veranderde in een soort openluchtmuseum en de geïnteresseerden zich konden vergapen en verlustigen aan de bijeengebrachte apparatuur. Bij beiden was naast en om hun slagwerk een keur aan instrumenten te vinden, variërend van elektronica tot scheepsbellen, xylofoons en ander klein al dan niet melodisch slagwerk. Met dat alles bij elkaar, een ongekende muzikaliteit en doorwrocht samenspel hebben Aarset en zijn band de zaal laten voelen dat twee uur soms in tien minuten voorbij kunnen zijn.
Eivind Aarset – als je hem niet kent: nu gaan luisteren! En houd de agenda van LantarenVenster in de gaten. Hij schijnt er met enige regelmaat te komen en de volgende gelegenheid wil je niet missen.