“Thank you for coming and supporting live music!” Met die woorden nam Richard Bona na een feestelijke avond afscheid van het publiek dat afgelopen donderdag naar zijn optreden met de Afro-Cubaans groep Mandekan Cubano was gekomen. En los van alle muzikale belevenissen was dát toch vooral wat deze avond was: een ode aan live muziek. Het album ‘Heritage’ dat ze onlangs uitbrachten is prachtig, maar live kwam het pas echt tot leven. Een feest van herkenning was het, de muzikale invloeden die Bona in zijn carrière heeft opgedaan kwamen rijkelijk aan bod, maar vooral een feest voor de muzikale ziel. Van Afrikaanse en Cubaanse opzwepende ritmes tot intieme Braziliaanse bossa nova, fusion en jazz, alles kwam aan bod in een zeer geslaagde en bovenal muzikale mix.
Het is duidelijk dat Bona een muzikale wereldburger is, maar tegelijk rotsvast staat in zijn culturele en muzikale erfenis – zijn grootvader was een griot, in West-Afrika een dichter, lofzanger en muzikant die de wordt beschouwd al bewaarder en verteller van mondeling overgebrachte tradities en geschiedenis. Het plezier in het vertellen van zijn muzikale verhaal spatte er dan ook vanaf. De Kameroense bassist – die zijn thuisbasis sinds jaar en dag in New York heeft – heeft zijn plaats als gekend virtuoos instrumentalist verworven door sinds de negentiger jaren met veel aanzienlijke namen in de industrie te spelen.
Van Chaka Kahn, via Herbie Hancock tot aan Joe Zawinul was hij te horen en van alles schemeren de invloeden in zijn muziek door. In dat opzicht was het concert een interessante rondgang langs invloeden uit de jazz, fusion en funk-pop van de afgelopen vijfentwintig jaar. We hoorden verwijzingen naar (natuurlijk!) bassist Jaco Pastorius in Bona’s speelstijl, maar ook naar de fusion die hij me Zawinul maakte, de funk van Chaka Kahn, naar Graceland van Paul Simon, vanalles kwam er voorbij. Toch, een lesje muzikale invloeden raden was het nergens. Het was een prachtig, muzikaal zeer sterk opgebouwd geheel. Een Cubaanse kapstok waaraan alles opgehangen werd, en waar alle invloeden en stijlen op een prachtige manier werden samengebracht tot een geheel. We werden deelgenoot van Bona’s erfgoed en inspiratie, maar vooral van zijn ongekende muzikaliteit en plezier.
Het pad dat hij in 1999 als solist insloeg met het album ‘Scenes from my Life’ heeft een voorlopig hoogtepunt gevonden in zijn jongste album ‘Heritage’. Daarop viert hij zijn rijke muzikale achtergronden uit Afrika, verpakt in een swingend Cubaans-Zuid-Amerikaans jasje. Met het concert toonde hij eens te meer aan dat deze rijke muzikale traditie bij uitstek geschikt is voor live vertolking. Opnames zijn leuk als referentie, maar de band bewees het: op het podium gebeurt het. En wát er gebeurde! Om te beginnen de fraaie stem van Bona. Speels, stralend, en soms lyrisch en bijna lieflijk zong hij in het Duala, zijn moedertaal uit Kameroen. Het typerende heldere stemgeluid – vaak in falsetto, de op de kopstem gezongen hoge mannelijk stem – maakt over de strakke Cubaanse ritmiek van de band onmiddellijk duidelijk hoe verweven de Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse en Caribische culturen en muziek zijn.
De nummers waar de zang de nadruk kreeg waren slechts de afwisseling tussen een verder uit zijn voegen swingend optreden waar stilzitten een enorme opgave was. Een driekoppige ijzersterke en razend strakke ritmesectie, een trompettist, trombonist en een pianist. Meer was er niet nodig. Tot in de finesse op elkaar ingespeeld, zonder routineus te worden en van alle markten thuis. Zo vergastte pianist Osmany Paredes ons niet alleen op de typische Cubaanse “montuno’s” maar ging hij in zijn solo’s met verve op zoek naar de blue notes. Evenzeer verkenden Rey Alejandro op trombone en Dennis Hernandez op trompet op hun beurt de uitersten op hun instrument. Het wonderlijke, en misschien wel het grootste compliment aan de muzikanten, is dat ieder solo’s had, zijn ‘moment of fame’, maar overal de band als geheel klonk. En doorwrochte muzikale machine, een trein die ons op de muzikale sporen van zijn bandleider van Afrika maar Zuid-Amerika reed. En weer terug.
Een punt van aandacht dan toch: hoe spijtig dat het concert plaatsvond in een concertzaal. Het geluid was subliem, de belichting uitstekend, de ambiance voor en na het concert prima. Maar toch een tip voor een volgend concert: haal die stoelen uit de zaal, sloop hem leeg! Op zulke muziek stil zitten is niet te doen en voelde als een straf voor het publiek. Pas op uitdrukkelijke uitnodigingen van Richard Bona stapte het publiek aan het eind van het concert over de toch waarschijnlijk erg Noord-Europese schroom en kwam van de stoelen. Zo werd het slot van het concert uiteindelijk het het feest dat het de hele tijd in muzikaal opzicht al was.
Foto’s (c) Bart Teunis