Zaterdagavond gaf Alexander Vargas Blay, beter bekend als Alex Vargas, een concert in de kleine zaal van De Oosterpoort te Groningen. De kleine zaal was volledig uitverkocht en gevuld met een gevarieerd publiek. Zowel mannen als vrouwen genoten van muziek van de Engels Deense singer-songwriter.
Alex Vargas
De 28-jarige Vargas komt van oorsprong uit Denemarken. Op zijn zeventiende verhuisde de zanger naar London, kreeg een contract en startte zijn carrière. In 2013 kwam zijn debuut-EP ‘Howl’ uit. Alex Vargas brak vorig jaar pas echt door in Nederland toen hij samen met Dotan te gast was bij DWDD en zijn single ‘Shackled up’ liet horen. Diezelfde avond nog stond het op nummer één in iTunes. Nu, een jaar later, is het tijd voor een Europese clubtour.
Helder mét rauw randje
Alex Vargas heeft een prachtige heldere stem, mét rauw randje. Alhoewel Alex en Tommy Sheen, zijn toetsenist, de enige twee zijn die op het podium staan, lijkt het wel of er een complete band achter ze staat. Er werd gebruik gemaakt van bijzondere geluidseffecten en instrumenten, wat het een unieke beleving maakte. Het decor werd gevormd door een spectaculaire lichtshow en lasereffecten. Alle hits van Alex Vargas kwamen voorbij, van ‘Howl’ tot ‘Solid Ground’ en natuurlijk ‘Giving Up The Ghost’, afkomstig van zijn gelijknamige EP die dit jaar uitkwam. Tussen de songs door zocht de sympathieke zanger veel interactie met het publiek, wat bij de Groningers goed in de smaak viel. Bijzonder was dat hij de zaal het ene moment kon raken en muisstil kreeg, terwijl het volgende moment iedereen los ging en mee zong.
Het concert eindigde met 3FM megahit ‘Shackled Up’ wat resulteerde in een staande ovatie van het uitzinnige publiek. Vargas houdt niet van artiesten die zeggen dat ze hun laatste liedje gaan spelen en vervolgens weer terugkomen. Daarom was het na een uurtje helaas écht voorbij. Laten we hopen dat mr. Vargas snel weer naar Nederland komt, als zijn nieuwe album uit is.
Na zijn shows in Nederland gaat Alex Vargas door naar Duitsland en Engeland.
Foto’s: Bianca Kiel