Kings Of Leon, de band die we vooral kennen van de monsterhit ‘Sex on Fire’ heeft een nieuw album de wereld in geslingerd. Met de plaat ‘Walls’ braken de bandleden met Ethan Jones en Angelo Petraglia, die de productie van bijna al hun eerdere albums voor hun rekening hadden genomen. Het doel was om te vernieuwen en weer terug te gaan naar hun roots. Met de nieuwe producer Markus Dravs, bekend van onder andere Mumford & Sons, Coldplay en Arcade Fire werd een nieuwe weg ingeslagen. De afgelopen jaren is het schijnbaar enorm hip voor bands om terug te gaan naar hun roots. Zelfs de Rolling Stones gaan terug naar hun roots, de blues, met hun nieuwe nog te verschijnen album.
Maar we dwalen af want deze recensie gaat over de nieuwe plaat van de Kings of Leon. De plaat begint ijzersterk met het nummer ‘Waste a Moment’, een nummer waarbij eerlijk gezegd de vernieuwing ver te zoeken is. Dit nummer had met gemak op ‘Only by Night’ of ‘Mechanical Bull’ kunnen staan. De echte vernieuwing begint eigenlijk pas bij het zesde nummer ‘Muchacho’, een vreemd soort Mexicaanse ballade die niet past in het geheel van het album. Absoluut geen slecht nummer, maar dit nummer had beter gepast als B-kantje op een single.
Na nog een rustig nummer ‘Conversation Piece’, gaat het album weer verder waar het twee nummers geleden was gebleven. Met ‘Eyes on You’ en ‘Wild’ wordt weer even de elektrische gitaar uit de kast getrokken. Om daarna met titelnummer ‘Walls’ met niet meer dan een piano en een akoestische gitaar als begeleiding het album af te sluiten.
De zo duidelijk aanwezige gitaar op het debuutalbum ‘Youth and Young Manhood’ is op het nieuwe album ver te zoeken. Hij is er wel maar toch ook weer niet, het gehele album klinkt net iets te gelikt om te roepen dat ze terug zijn bij hun roots. Het is meer van hetzelfde en helaas is dit een album die je één keer draait om hem daarna in de kast te laten verstoffen. (6/10) (Sony Music)