Met de Fonk maakt Kasper van Kooten Nederlandstalige funkmuziek. Momenteel toert de zevenkoppige band het hele land door. De insteek is simpel: zoveel mogelijk plezier voor band én publiek. “Het is een vrij botte tijd. Verwacht van ons geen opgeheven vingertje, wij zijn opgericht om mensen een leuke avond te bezorgen.”
Kasper van Kooten (44) is al jaren actief als cabaretier, acteur en schrijver maar ook als muzikant. “Een mix van disco, soul en funk is wat deze muzikanten het liefst spelen”, vertelt hij over de Fonk. “Ik zing en zou het grootste deel van de teksten voor mijn rekening nemen. En ik heb alleen maar Nederlandstalige muziek gemaakt. Engels voelt een beetje tweedehands omdat het niet mijn moedertaal is. Vandaar dat het Nederfunk werd. Er is ook heel weinig Nederlandstalige dansmuziek.”
Ambitieus
De Fonk bracht al de EP ‘Net Op Tijd’ en de single ‘Ik Like Jou uit’. Van Kooten benadrukt dat het bij de Fonk om plezier draait. “Wij hebben de mazzel dat we niet van deze band hoeven te leven. We verdienen ons geld met andere dingen, het is ons voorrecht om dit te kunnen doen.” Toch is de band stiekem wel ambitieus. “Soms zeggen we tegen elkaar: dit zou best weleens een hit kunnen zijn. Daar wil je niet over nadenken want daarvoor maken we geen muziek. Maar als je een nummer hebt waar je trots op bent, hoop je toch dat het wordt opgepikt. Je hoopt altijd dat het publiek je liedje net zo leuk vindt als jij zelf.”
Duizenden euro’s
Op dit moment kost de Fonk alleen maar geld, zegt de zanger. “Bassist Jasper Boeke, gitarist Bram van Els en ik hebben er al duizenden euro’s inzitten. En dan doen we het nog goedkoop. Het geld dat we verdienen gebruiken we voor de kosten van het busje enzo, dat heeft ook wel iets romantisch. Uiteindelijk moet het zichzelf gaan bedruipen. Ik heb wel te doen met jonge bands die met net zoveel enthousiasme als wij muziek maken, maar geen geld hebben of niet de juiste mensen kennen. Dan is het nog veel moeilijker om er tussen te komen.”
Over zijn teksten zegt Van Kooten: “Er zit wel wat maatschappijkritiek in verstopt maar geen opgeheven vingertje. Dat past ook niet bij de muziek.”