Dat was weer een lekker avondje ouderwetse bluesrock op het programma in de Heineken Music Hall met de bebaarde culthelden van ZZ Top als uitsmijter. Tegenwoordig doen ze ons kikkerlandje bijna elk jaar wel aan en net als in 2014 verzorgde The Ben Miller Band het voorprogramma.
Ben en zijn companen
De zaal was al nagenoeg vol en dus lekker gevuld wanneer Ben en zijn companen van start gingen. Al meteen blijkt dat de band bekend was bij het merendeel van het publiek. Het begin was vrij rustig, maar na twee nummers kwam de mix van bluegrass en alt-country lekker los. De band maakt gebruik van tal van instrumenten die je zo 1-2-3 niet tegenkomt en zeker niet gezamenlijk. Een banjo, een driesnarige sigarbox gitaar, trompet, mandoline, wasbord, lepels en viool werden o.a. gebruikt en dat resulteerde in een lekker opzwepend concert. De viool werd gehanteerd door Rachel Ammons die naast de oudgedienden Doug Dicharry, Scott Leeper en Ben Miller een welkome versterking is voor de band. Naast de viool hanteert ze ook de gitaar en voorzag ze enkele nummers van fraaie vocalen. Ook is deze jongedame (uitgerust met een haardos tot bijna op de enkels) het meest actief op het podium. De band sloot af met een fraaie uitvoering van “House Of The Rising Sun” en Lead Belly’s “Black Betty/Babylon Fallin’ Down” waarin een heerlijke mondharmonica partij de toon voerde en Ben de vocalen afwisselend tussen een normale microfoon en een oude snoertelefoon speaker verzorgde. In september op eigen houtje nog vaker te zien in Nederland.
ZZ Top blijft een lust voor het oog en gehoor
Toen was het tijd voor “That Lil’ Ol Band from Texas” die in tegenstelling tot generatiegenoten als Black Sabbath en Status Quo gelukkig nog geen plannen lijken te hebben om hun instrumenten aan de wilgen te hangen. Doordat bassist Dusty Hill nog niet geheel is hersteld van een schouderblessure, en daarom niet in staat is om anderhalf uur te bassen, was hij tijdens de jaren tachtig hits achter de synthesizer te vinden. Dit wreekt zich echter tijdens de tweetraps racket “Got Me Under Pressure” en “Gimme All Your Lovin’”die normaal toch als opener van jewelste mag worden gezien en gehoord. Helaas was de afstelling van dit apparaat niet al te best, een euvel dat tijdens de nummers waarin Dusty hiervan noodgedwongen gebruik maakte niet helemaal wordt verholpen. Een beetje haperend begin dat met het echt ouderwetse werk dat volgde, waarin Dusty wel aan de vertrouwde bassnaren plukte, zoals “Waitin’ For The Bus” en “Jesus Just Left Chicago”, al lang weer vergeten was. Daarin hoorden we ZZ Top zoals we ze kennen en willen horen. Het ronkende gitaarspel en de simpele maar uiterst effectieve maniertjes van het tweetal op de voorgrond zijn en blijven uniek en een lust voor het oog en gehoor.
Qua songs week de setlist nauwelijks af van voorgaande edities. Iets wat voor een band met een bijzonder omvangrijk repertoire gewoonweg zonde is om daar geen gebruik van te maken, de mogelijkheden zijn bijna onuitputtelijk. Wanneer er dan ook nog 4 van de in totaal 18 songs bestaan uit covers (die, het moet gezegd wel erg energiek uitgevoerd worden) kun je daar toch wel vraagtekens bij zetten. Dit wordt versterkt doordat de tour door het leven gaat als “Hell Raisers Tour”, en “Beer Drinkers And Hell Raisers” op de setlist doodleuk ontbreekt. Tuurlijk ontkwam de band niet aan haar “classics”, maar meer variatie kan echt geen kwaad volgende keer.
Ditmaal ook geen videoschermen of charmante dames ten gunste van het visuele aspect. Een regelmatig verkleurende sterrenhemel werd afdoende geacht. Net als dat Billy het mede door de blessure van zijn eveneens bebaarde collega als frontman merendeels alleen moest zien te redden. Dat deed hij uiteraard met verve door middel van zijn uitstraling, loopjes, vingerwijzingen en fantastische gitaarspel. Interactie met het publiek was spaarzaam, maar de wijze waarop is ook zoals hij dat alleen kan. De brommende vocalen, korte interactie (‘Are you having a good time now?’) en de manier waarop hij de riffs bijna achteloos met alleen zijn linkerhand bespeelde zijn legendarisch. Je kunt het al tientallen keren hebben mogen meemaken; het blijft amusant.
Een concert van ZZ Top is gewoonweg vermakelijk ook al komt het ditmaal, wellicht door Dusty’s mindere inzetbaarheid, wat routineus over. De O-benen danspasjes komen maar heel even voorbij en de traditioneel tijdens “Legs” gebruikte, met bont beklede gitaren, draaiden deze keer niet rond en werd alleen door Billy gebruikt.
Voor het publiek maakt het allemaal niet zoveel uit, want de uitvoeringen van o.a. “I’m Bad, I’m Nationwide”, “I Gotsta Get Paid”, “Tush” en “La Grange” stonden als een huis en blijven om te smullen en konden op de nodige bijval rekenen.
Aan het einde moest je concluderen dat je, ondanks de genoemde minnetjes, de Sharp Dressed Man weer een vette plus afleverden en ervoor zorgden dat je bij een volgende keer toch weer gewoon van de partij bent. “Hell Yeah!”