Al sinds januari is de Utrechtse soulfolk band Wooden Soldiers op tour ter promotie van hun nieuwe EP ‘Second’. Zaterdag sloten zij hun tour af in het Energiehuis in Dordrecht. De avond werd geopend door Berend, een vaste bezoeker aan de Dordrecht Singer-songwriter Circle. Helaas moest het tweede ingeplande, en lokale, voorprogramma afzeggen, en als resultaat was de zaal helaas ook niet heel vol. Op de voorste rij stonden echter drie zeer comfortabele banken, waar het publiek zich op had genesteld met kopjes thee en koffie, en zo ontstond er per ongeluk een zeer intiem huiskamer concert in de Talent Stage zaal van het Energiehuis.
De band liet dit absoluut geen negatieve invloed zijn op hun humeur en spel en zette een prachtige zet neer waarmee ze het aanwezige publiek omver bliezen. De set opener Go liet de band direct van al haar beste kanten horen: driestemmige zanglijnen die kenmerkend zijn voor de sound van de band. Drie stemmen die overigens feilloos bewogen door de genre’s die Wooden Soldiers met elkaar vermengt. Frank Wolff had de meest folky stem, Agnes Loonstra voegde daar een vleugje jazz aan toe, en als kers op de taart de prachtige soulvolle zang van Nora Iburg. Bijzonder aan Wooden Soldiers was de manier waarop zij deze stijlen en stemmen wisten te combineren op een hele natuurlijke manier, waardoor folk, soul en jazz, vlekkeloos samensmolten in een nieuw, verfrissend genre. Ook zij die helemaal klaar zijn met (de oude) Mumford and Sons en de duizend folk bandjes die daarna volgden, konden smullen van Wooden Soldiers, die bewezen dat er zo veel meer mogelijk is binnen de grenzen van het folk genre.
De muziek was daardoor vooral heel mooi en luisterde heerlijk weg, vooral in de comfortabele setting van een lederen bank en een kopje thee. Wooden Soldiers voelde aan als een warm bad aan het einde van een lange dag, een lange week zelfs. Door de toevoeging van jazz en zoul invloeden niet alleen in de zang, maar ook zeker in het technische, subtiele drumwerk van Bart van Gemert, onderscheidde de muziek van Wooden Soldiers zich van de eentonigheid die vaak om folk bandjes heen hangt. Andersom vormden de folk invloeden, aangezet met de viool partijen van Emilie Gandrup Jensen, een verfrissend contrast voor hen die de typisch Utrechtse Jazz té zwaar vonden. Het resultaat was een band en een repertoire vol contrast, zonder zichzelf tegen te spreken. Zo wist Wooden Soldiers vanavond zowel de vrolijke hippe festival bezoeker, als de muzieksnob op zoek naar complexiteit, tevreden te stellen. Genoeg zelfs, dat zij naar meer smaakten, en op de weg naar huis de EP aan ging in de auto.
Het enige wat Wooden Soldiers miste is een duidelijke frontman/vrouw. Alle drie de vocalisten namen lead partijen voor hun rekening, maar ze zongen voornamelijk samen. Hoewel dit prachtige harmonieën en memorabele refreinen opleverde, was het fijn geweest als er een duidelijke leider was in het vertellen van het verhaal achter de nummers. De zang bleef vrijwel altijd erg gepolijst en netjes. De nummers hadden mogelijk nog meer impact gehad, als één van de vocalisten het verhaal van elk nummer op zich had genomen en de emotie erachter had opgeëisd en gebracht zoals we gewend zijn in de jazz en soul. Die rauwe eerlijkheid was wellicht het enige wat Wooden Soldiers vanavond miste om zichzelf te overstijgen en echt zo’n band te worden die je vastgreep, je raakte in het diepste van je ziel, en niet meer losliet. Zo overweldigend dat je op de weg naar huis totaal geen behoefte meer had om hun EP in de cd-speler te schuiven, maar juist alleen maar stilte wilde horen.
Misschien is dat echter niet het soort band dat Wooden Soldiers wilde zijn. Misschien is het maar goed dat zij eindeloos naar meer bleven smaken, zodat ze deze zomer op alle (folk én jazz) festivals kunnen staan, zonder dat het publiek zich gaat vervelen. Zonder dat het publiek zich gaat afvragen waarom de affiches van alle festivals toch zo op elkaar lijken, en je telkens dezelfde band treft. Wooden Soldiers was het antwoord op deze vraag: je kon er geen genoeg van krijgen.