Danko Jones, het overrompelende rock trio uit Toronto, Canada, timmert inmiddels al twintig jaar stevig aan de weg. De band grossiert in nummers die met een vette knipoog verhalen over seks en rock’n’roll en wordt door de fans geroemd om hun strakke, opzwepende optredens. Dit jaar bracht de band de dvd/Blue Ray ‘Live at Wacken’ uit, met een integraal optreden op het Duitse metalfestival Wacken Open Air. Maxazine sprak met frontman Danko Jones over live spelen, het laatste album ‘Fire Music’ en zijn liefde voor old school hard rock.
Dat Wacken Open Air de beste plek was om een live optreden op te nemen, lag voor de hand volgens Jones: “Wacken heeft voor ons veel samengebracht. We spelen er al sinds 2006. We hebben er veel andere bands leren kennen en het is een fantastisch festival. In 2012 deed ik twee spoken word sessies en heb ik vier dagen back stage en op het festival rond gehangen, iets wat ik normaal nooit doe. Scorpions speelden dat jaar en ik leerde Rudolf Schenker kennen en kwam uiteindelijk ook nog in hun documentaire ‘Forever And A Day’ terecht. Ik zag Henry Rollins zijn spoken word show doen en ik ontmoette Phil Rind van ‘Sacred Reich’ en sindsdien zijn we goede vrienden. Ik heb iets met dat festival, het is er gewoon geweldig.” Naast de goede sfeer speelde ook de technische mogelijkheden een rol om voor Wacken te kiezen, zegt Jones: “Het is ook gewoon goed georganiseerd. In 2012 leerde ik de organisatoren kennen, Holger [Hübner] en Thomas [Jensen], en toen ontstond het idee. Ze hebben een geweldige set-up, met meerdere camera’s en professionele opname-apparatuur; het enige wat je als band hoeft te doen is het podium op komen en spelen.”
De combinatie van metal en hard rock op Wcken spreekt Danko Jones aan: “Veel metal fans snappen mijn liefde voor oude hardrock niet. Wat sommige mensen op sociale media zich niet lijken te realiseren is dat metal en hardrock familie zijn. Veel leden van huidige metalbands, zoals Carcass, Obituari of Voivod zijn eigenlijk hardrock fans. Daar komen ze vandaan. Jonge fans worden ondergedompeld in een wereld van metal, zonder dat ze de achtergrond kennen. Dat hoeft ook niet. Maar daardoor stoppen ze muziek in hokjes en snappen niet dat ik van die, in hun ogen, softe rock’n’roll houd. Danko Jones is een band van metal fans die in punkrock belandden, maar onze wortels liggen in rock’n’roll. En Bill Steer van Carcass heeft nog een andere band, Firebird, dat is een echte rock’n’roll band. Ik weet niet of veel Carcass fans dat weten. Voor mij zijn metal en rock’n’roll maatjes en op Wacken kan je dat zien.”
Van garagerock naar punckrock
In 2015 kwam het laatste Danko Jones album, ‘Fire Music’, uit. Meer dan eerdere albums is deze plaat beïnvloed door punkrock. Jones: “Danko Jones begon als garagerock band. ‘Garage Rock!’, de plaat die we in 2014 uitbrachten, is een compilatie van oude tapes die ik bij mijn ouders in een doos terugvond. En op eerdere platen, zoals bijvoorbeeld ‘Rock and Roll is Black and Blue’ vindt je veel stijlen terug. JC (Danko Jones bassist John Calabrese, red.) en ik hebben een behoorlijk andere muzieksmaak. Maar over één band zijn we het eens: Misfits, de band van Glenn Dantzig. Op ieder Dank Jones album is er wel iets terug te vinden van Misfits, een melodie bijvoorbeeld, ergens verborgen in een eigen nummer. Voor ‘Fire Music’ besloten we om maar eens voor die punkrock liefde uit te komen en een album te maken dat helemaal beïnvloed is door Misfits en Glenn Danzig. Daar konden we allebei onze tanden in zetten toen we de nummers gingen schrijven. Dat gaf de plaat meer samenhang.”
De energie van live spelen
Op ‘Live at Wacken’ zien we het beeld dat iedereen die de band ooit live zag spelen herkent: een optreden waar de energie van af spat en een tomeloze frontman Danko Jones die het publiek uitdaagt en opzweept. “Dat is waar ik voor sta. Ik wil 100% zeker weten dat het publiek waar voor zijn geld krijgt. Er is maar één reden waarom ik ergens ben, en dat is om een optreden te doen. Ik kom niet voor de toeristische attracties. Ik was al negen keer in Parijs geweest voor ik de Eiffeltoren voor het eerst zag en die keer dat ik hem zag, was omdat ik toevallig met de taxi er langs reed. Ik doe verder niet zo veel tijdens een tournee. Ik spaar energie op voor het optreden. In anderhalf uur verbruik ik alle energie die ik in me heb. Voor mij is het een goed optreden als het publiek er helemaal inzit. Meestal voel je dat als band, maar niet altijd. Dan reageert het publiek bijna niet en hoor je later dat iedereen het geweldig vond.” Dat laatste geldt volgens Jones niet voor Nederlands publiek: “In Nederland weet je meteen wat de zaal er van vindt.”
Op de vraag met welke band hij ooit het podium zou willen delen, hoeft hij niet lang na te denken: “Metallica en Kiss. In Metallica zou ik bas willen spelen, in Kiss zou ik gewoon mee willen zingen. Maar wel in mijn eigen make-up en karakter. Als ‘Cosmic Lion’, een combinatie van Peter Criss en Ace Freyley. Ik hou van Kiss omdat het me doet denken aan mijn jeugd. Zij waren superhelden toen ik jong was. Ik vond hun muziek geweldig. En dat vind ik nog steeds. Ze bestaan al zo lang, ze hebben zo’n enorme discografie. Het is als een speeltuin, er valt steeds weer iets in te ontdekken. Het is niet allemaal perfect, er zijn pieken en dalen, maar dat maakt het zo interessant.”