Nathaniel Rateliff had in een vorig leven een behoorlijke carrière als folkzanger achter de rug. Zijn eerste album kwam uit in 2007 als Nathaniel Rateliff and the Wheel. In 2010 vergezelde Rateliff Mumford and Sons op hun Europese tour.
In 2015 gooide Nathaniel Rateliff het over een andere boeg en besloot hij een rythm & blues en soulplaat op te nemen bij het legendarische Stax label. Het opwindende album ‘Nathaniel Rateliff & the Night Sweats’ trok wereldwijde aandacht zodat Nathaniel samen met de Night Sweats onder andere in de Tonight Show op mocht treden. In Nederland maakte de band een verpletterende indruk bij De Wereld Draait Door. Mede door al deze media-aandacht was de show in Doornroosje al snel stijf uitverkocht.
Reverend DeadEye
De Revererend is een zoon uit een oud dominees geslacht. Hij trad al jong op samen met zijn pinkstergemeente familie tijdens tent revivals in Arizona. Deze muzikale erfenis komt prominent terug in zijn optredens. Verwacht geen zondagmorgen mis, maar eerder een nachtelijke zaterdag avond revival vol vuur van de heilige geest. Samen met zijn partner in crime, drummer Brother All, vormt de Reverend een duo dat de delta blues vermengt met garagerock en dat allemaal overgiet met een gospel saus.
De Reverend en Brother All begonnen de show met een omgekeerde striptease. Beide heren betraden het podium, Reverend Deadeye startte via zijn pedaal een klassieke gospelsong en de heren begonnen doodgemoedereerd een overhemd, stropdas en gilet aan te trekken. Op het moment dat beiden er piekfijn uitzagen hing de Reverend zijn gitaar om en barstte de zompige blues los.
De Reverend speelde op een tot dobro omgebouwde akoestische gitaar. De Reverend en Brother Al begeleiden de christelijk stichtelijke teksten van de Reverend met rauwe blues en rock ‘n roll. De Reverend zong over Jezus, treinen en dat hij het gevoel had dat alles goed zou komen. Het hoogtepunt van de show was het tegelijkertijd stichtelijke en opzwepende ‘Can’t take it with you when you die’.
Nathaniel Rateliff & the Night Sweats
Vanaf de eerste noot van ‘Intro’ maakten de Night Sweats duidelijk dat we een avondje opzwepende soul en rythm & blues tegemoet zouden gaan: Ronkende bas, puntige gitaarriffs, een gierend hammond orgel en vooral spetterende blazers. Nathaniel en zijn zesmansband straalden mateloos enthousiasme en speelplezier uit. Met name de blazers en de keyboardspeler stonden geen moment stil. De trompettist speelde zelfs het meest geringe percussie-instrument met een intensiteit alsof het het laatste is wat hij in zijn leven zou doen.
Het feestje dat Nathaniel Rateliff & the Night Sweats op het podium bouwden miste zijn uitwerking op het publiek niet. Al snel werd er her en der serieus gedanst en na even kon niemand meer stil blijven staan. De muzikaliteit spatte van het podium, niet alleen speelde de band snaarstrak, er was ook ruimte voor jams en improvisatie. Met slechts één album op haar naam had de band niet genoeg eigen nummers voor een show van bijna anderhalf uur, daarom werden er een drietal covers gespeeld, een mooie manier om de invloeden van een band in kaart te brengen: ‘I Did It’ van Neil Young kreeg een soulvolle uitvoering. De Southern rock van The Band in ‘The Shape I’m in’ werd ingeruild voor rythm &blues. Sam Cook’s ‘Having a Party’ bleef nog het dichtst bij het origineel.
De gloedvolle, intense soul van ‘What I Need’ in de toegift was misschien wel het allermooiste nummer van de avond. Maar het absolute hoogtepunt van de show was toch de single Son Of a Bitch (SOB). Opzwepend, catchy en bovenal uitnodigend om mee te doen! “Ohohoho Owowowo!” klonk dan ook nog minuten nadat Nathaniel Rateliff & the Naked Sweats het podium hadden verlaten.
Tenslotte
Nathaniel Rateliff en Reverend Deadeye & Brother Al hebben Doornroosje verwend met een heerlijk avondje opzwepende American roots muziek. Was het vernieuwend? Nou nee, maar daar maalde niemand naar. Rythm & Blues en soul staan, zeker als het zo goed uitgevoerd werd als deze avond, garant voor een prachtig muziekfeest. Zowel de Reverend als Nathaniel Rateliff zouden een aanwinst zijn voor elk festival.
Fotografie: Ariane van Ginneke