De Rotterdamse band Half Way Station presenteerde afgelopen zondag, 31 januari, de lp van hun nieuwe album ‘Dodo’ in Paradiso, Amsterdam. Eind vorig jaar stond de band al in een uitverkocht Rotown om de cd versie van het album te presenteren. Helaas was het ze niet gelukt om ook in Amsterdam de zaal helemaal vol te krijgen. Gezellig was de sfeer wel. Zo’n 80 man had zich verzameld in de kleine zaal van Paradiso. Het was duidelijk dat ook hier de zaal gevuld werd door veelal Rotterdamse fans, vrienden en familie van de band.
Half Way Station is een band die duidelijk heeft nagedacht over hun fanbase. Zangeres Elma Plaisier opende de set met een nonchalante “Hoi” vlak voordat ze het eerste nummer inzette. Ook het tijdschema was duidelijk aangepast aan het Rotterdamse publiek; de band begon al om kwart over acht, zodat iedereen nog op tijd thuis kon zijn voor de maandagochtend. Halverwege de avond herkende de band zelfs stemmen uit het publiek, van fans die helemaal vanuit Duitsland gekomen waren. Aan het eind van de avond was duidelijk waarom; de band leverde een bijzondere combinatie van de muzikale kwaliteit van een festival headliner en de intieme sfeer van een huiskamerconcert.
Hoewel elk nummer duidelijke overeenkomsten had met het vorige was het repertoire verrassend divers. De band durfde in hun composities te lenen van uiteenlopende genres, die zij dan weer subtiel verpakten in hun eigen sound. Ze maakten veel gebruik van synths en effecten, en toch behield het optreden een akoestische feel. Dat is nog knapper dan het lijkt, want waar tegenwoordig veel bands gebruik maken van een backingtrack om hun sound dikker te maken, zijn alle lagen van de tracks van Half Way Station vakkundig en door en door live opgebouwd zonder in te leveren op complexiteit. Onmisbaar in het behalen van deze geweldig livesound was dan ook hun eigen geluidsman, hun onzichtbare 6e bandlid, die de effecten op de vocalen en omnichord live toepaste vanaf achterin de zaal. Daar waar extra distortion nodig was op de achtergrond vocalen van Rikke werden deze ingezongen via een zelf-ingebouwde microfoon in zijn gitaar.
Alle bandleden lieten zien dat ze hun instrument geweldig goed beheersten, zonder daar mee te pronken. Ze showden hun talenten enkel in dienst van het geheel, nooit alleen om te laten zien hoe goed ze waren. Zangeres Elma Plaisier heeft niet alleen een noemenswaardig bereik, elke noot die ze zong was doordacht, goed geplaatst en ademde een moeiteloosheid die overigens om de hele band heen hangt. Het gitaarspel van Rikke Korswagen is subtiel, geraffineerd en zeer gencontroleerd. Hier en daar was het ook duidelijk te merken dat hij de aanvoerder is van deze band, die de muzikale uitvoering zorgvuldig begeleide, zonder de ruimte voor improvisatie weg te nemen. Drummer Bart Hoogvliet verraste – vooral in ‘Mind Over Matter’ – met vakkundig uitgevoerde fills, zonder daar in te overdrijven. Wie de band niet al een tijdje volgt zou dat nummer overigens niet zomaar hebben herkend; wat op de eerste plaat van de band een instrumentaal nummer was, werd geheel geïmproviseerd aangevuld met prachtige vocalen die net zo geoefend overkwamen als de rest van de set.
Even leek het alsof ze het publiek toch niet helemaal wisten in te pakken. Ze bleven een bepaalde afstand met het podium bewaren. “Eigenlijk wil in nu stagediven, maar er is hier zo’n groot gat.”, aldus zangeres Elma Plaisier. In het prachtige ‘Float’ kreeg de band echter de hele zaal stil, en was hun impact duidelijk voelbaar. Doordat alle synthesizer en vocal effecten zo subtiel en gedoseerd waren toegevoegd behield dit nummer haar akoestische essentie van een hele kleine, gevoelige piano ballad. In het laatste nummer, ‘Sister Don’t You Cry’ verraste de band nogmaals met een bijzondere samenzang tussen Elma, Rikke en toetsenist Mink Steekelburg die de band een extra dimensie gaf, die ze wat mij betreft vaker mogen benutten. Rapper Unorthadox ‘Dox’ was eigenlijk de enige die deze avond een steek liet vallen. Hij wist het sublieme gevoel voor timing van de band niet te evenaren in zijn vlugge raps. Daardoor was deze verassende toevoeging een interessante, maar niet de sterkste wending in de set in Paradiso. Alleen in de gevoelige, rustige opening van ‘The Land We Talked About’ wist hij zijn rust te bewaren en wist hij de emotie achter zijn woorden over te brengen.
Half Way Station bewees dat zij hun (internationale) successen niet zonder reden hebben behaald. Ze wonnen vorig jaar de jury- én publieksprijs van Festival Génération Réservoir in Parijs en speelden op het Reeperbahn-festival in Duitsland. In Nederland zijn ze echter nog niet helemaal zichtbaar. Na Paradiso is duidelijk dat deze band geheel onterecht nog zo onbekend is bij het grotere Nederlandse publiek en vollere zalen verdient. Het wordt tijd dat Nederland wakker wordt, en kaartjes koopt voor de volgende show van Half Way Station.
Foto’s (c) Kamali van Bochove