Onder de rook van Schiphol, waar je overigens geen last van had, verscholen in het Amsterdamse bos lag het terrein waar Amsterdam Woodsfestival op gehouden werd. Men had gekozen voor een leuke compacte opzet, 3 podia waarop het gebeurde met daaromheen leuke verrassende aankleding en verschillende tentjes waar de inwendige mens verzorgd kon worden.
Op het hoofdpodium, Grote Eik, speelde de al wat bekendere artiesten in een grote tent. Het tweede podium, Onder de Sterren, lag half verscholen achter de takken van een treurwilg wat de bossfeer ten goed kwam daar speelde de iets minder bekende acts. Op het laatste podium, De spruit genaamd werden nieuwe talenten gepresenteerd aan het publiek. Een goede opzet zodat een ieder zijn pareltjes uit het brede op indie pop rock gebaseerde programma kon vissen.
Amsterdam Woodsfestival zaterdag
Tijdens het 3 dagen durende festival met eigen camping stonden maar liefst 35 acts op het podium en werden er een viertal documentaires,in samenwerking met het IDFA, vertoond met een muzikale achtergrond. Zo werd er de documentaire Wolflady vertoond over de opkomst van Kovacs die daarna zelf ook op het podium stond een semi akoestische set waardoor haar mooie stem prachtig tot zijn recht kwam.
De zaterdag werd afgetrapt met de documentaire over Kurt Cobain, een mooie basis voor een het begin van een muzikale dag. In Montage Of Heck kreeg je een kijkje in het privéleven van Kurt en werd met behulp van privé video 8 opnames en door animaties van de Nederlander Sisko Hulsing het levensverhaal verteld vanuit het perspectief van Kurt Cobain. Wel jammer dat er tegelijkertijd een band speelde wat een storende factor was
Mister & Mississippi is een steeds vastere waarde op de Nederlandse podium en festivals, het zijn er zoveel dat laat zien dat er in Nederland gelukkig plek is voor bands met een eigen warm en sfeervol geluid.
Klangstof was een van die opvallende optredens met hun elektronische klanken werden de bosfeeën uit het bos getoverd. Mysterieus en mistig klonken de klanken van de band die samengesteld was uit bandleden van Moss en Novack.
Tussen de optredens door kon het publiek nog lekker chillen in het bos en zelf een eigen plaatje draaien op een aantal platenspelers die ze in het bos hadden opgesteld compleet met lekkere stoeltjes om goed naar de muziek te kunnen luisteren.
Nana Adjoa stond in haar eentje haar mannetje, de muzikante die als bassist zelf in ander bekende bands speelt bracht hier haar eigen liedjes. Op een gegeven moment was ze even de tekst kwijt wat ze met een vrolijke lach spontaan oploste door het eerste couplet nogmaals te spelen. Het Groningse Santa Fe wist met hun muziek ook op het kleine podium te overtuigen. Met een tweetal als achtergrond koortje werd hun muziek completer.
I Am Kloot was de afsluiter van de zaterdag, met zijn (her)kenbare donkere rouwe stem bezong hij hun melancholisch ingetogen songs. I Am Kloot is wel vaker te gast op de Nederlandse podia maar zelden op festivals, het was het Amsterdam Woodsfestival gelukt om hem naar Amsterdam te halen, een goede keus getuige de goed gevulde tent. Met de volle maan in de lucht was dit het einde van een mooie muzikale dag.
Amsterdam Woodsfestival zondag
De regen had vannacht waarschijnlijk menig tentbewoner een onrustige nacht bezorgd, gelukkig werd het in de vroege morgen weer droog en kon de zon haar werk gaan doen om er weer een toffe dag van te maken.
Op de fiets door het Amsterdamse bos via de goed aangegeven fietsroute, zo ontdek je de hele andere kanten van Amsterdam, groen, zomers en ruim.
Voor de zondag was het programma wederom vol van muzikaliteit, Jacco Gardner vorige week net als The Afterpartees nog op Lowlands nu al weer in het Amsterdamse Bos en The Veils als afsluiter.
De dag in de grote tent, die al aardig vol was met publiek begon met het Belgische Intergalactic Lovers. Uitgebalanceerde muziek met een zangeres die er met haar stem en enthousiasme een frisse smaak aan gaf. Deze band gaan we nog vaker zien in ons land.
The Wild Rasberries brachten mooie samenzang en breekbare songs op de zonnige weide, wat blijkbaar hun eerste optreden ever was, klonk goed op wat kleine schoonheidsfoutjes na.
Met Jacco Gardners wat psychedelische muziek werd het publiek de avond in begeleid. Geen hoed maar gelukkig wel met zijn gitaar om zijn hals nam de troubadour Garnder de tent mee in zijn klanken van de jaren zeventig.
De Afterpartees wisten, zoals we gewend zijn van hen, een energiek stukje muziek af te leveren waar het publiek ook eventjes van uit de ban kon springen, tussen de andere voornamelijk rustigere muziek. Niek Nellen, de zanger, sprong van het podium af en ging tussen het publiek zingen.
In de tent gingen daarna een tweetal documentaires met Fink! In de hoofdrol in première. Na de vertoning was er nog een interview met de hele band, het was tof geweest als ze ook nog wat instrumenten mee hadden gebracht en een paar nummers gespeeld hadden. Nu dreigende het festival wat in te kakken.
Met de donkere beats van PJ Seaux en een heldere aangename stem van de zangeres Birsen Uçar van Hydrogen Sea kwam er wel weer wat leven in de brouwerij al werd het nimmer meer dan amusant low tempo muziek om wat op te schuifelen.
The Villagers met de Ierse zanger Conor O’Brien die ik reeds een aantal jaren geleden op Eurosonic zag wist mij toen te raken met zijn kwetsbare aparte stem. Gedrieën stonden ze op het podium, drummer en toetsen om hem te ondersteunen. Nu in de beboste omgeving raakte hij me weer, breekbaar en toch krachtig.
Het festival eindigde deze editie met The Veils, een artiest die niet vaak in Nederland te vinden is, bijzonder dus dat hij hier stond. Hiermee heeft het Woodsfestival bewezen weer een echte aanwinst te zien in het woud van festivals.