Met haar eerste twee albums ‘Lungs’ en ‘Ceremonials’ zette Florence Welch zichzelf op de kaart. Met nummers die over het algemeen vrij donker en soms bijna theatraal zijn, maar wel overtuigend wist te brengen. Het duurde vervolgens drie jaar voordat ze met een nieuw album kwam. Met ‘How Big, How Blue, How Beautiful’ is er eindelijk dat derde album. Met één belangrijk verschil met haar vorige album. Waar ‘Ceremonials’ veelal als thema de dood had, gaat dit album volgens haar meer over hoe te leren leven. Wat ze deed op advies van producer Markus Dravs (die verder o.a. Met Arcade Fire en Mumford & Sons werkte).
Met ‘Ship To Wreck’ opent het album gelijk met één van haar meest pakkende nummers tot nu toe. Het daarop volgende ‘What Kind of Man’ combineert het orkestrale wat we al van haar kenden met een wat meer rockgeluid. Hetzelfde doet ze bij ‘Queen of Peace’.
Met ‘Various Storms & Saints’ komt er na vier redelijk volle en bombastische nummers een sobere ballad die dit keer beter uitpakt dan ‘Never Let Me Go’ op haar vorige album dat net iets te glad was geproduceerd. Nog soberder is ‘Long & Lost’. Het blijkt haar niet verkeerd te staan. Terwijl ‘Delilah’ weer meer uptempo is. En ‘Caught’ en ‘Third Eye’ meer naar soul neigen.
Een radicale muzikale koerswijziging is het nieuwe album van Florence & The Machine niet. De dramatiek die we van haar gewend waren is niet helemaal verdwenen, maar klinkt minder zwaar dan op haar vorige albums. Waarschijnlijk is dit haar meest toegankelijke album tot nu toe. Maar zonder dat ze ervoor koos om voor een te grootse en radiovriendelijke sound te gaan. Daardoor zal het de liefhebbers van haar vorige twee albums niet teleurstellen. (8,0/10) (Island)