Jethro Tull, bestaan die nog? Het was een veelgehoorde vraag toen in Heerlen de eerste affiches opdoken voor het concert op 13 mei in het Parkstad Limburg Theater in Heerlen. Het antwoord is “Nee”, maar toen Ian Anderson in 2014 de stekker uit de legendarische progrock band trok, startte hij vrijwel meteen het ‘Jethro Tull performed by Ian Anderson’ project op met, hoe ironisch, enkele ex-leden van Jethro Tull.
Comfortabel weggezakt in het rode pluche van de Rabozaal werd het publiek in afwachting van de show getrakteerd op een aantal video’s van voornamelijk folk artiesten als Seth Lakeman, die op een groot scherm geprojecteerd werden. Dit scherm zou zoals later bleek een wezenlijk onderdeel van de show zijn.
Precies om 20.00 uur werd de show opgestart en betrad de band, bestaande uit Florian Ophale- gitaren, John O’Hara–toetsen, Greg Robinson-bas en Scott Hammond – drums, het podium waarna een korte intro Ian Anderson en zanger Ryan O’Donnell zich bij hen voegden.
De eerste set bestaat uit een zevental nummers van Andersons nieuwste cd ‘Homo Erraticus’ en wordt net als op de cd gestart met ‘Doggerland’. ‘Homo Erraticus’ ligt in het verlengde van ‘Thick As A Brick’, part 1 & 2. Ook hier in duikt de fictieve figuur Gerald Bostock weer op en wordt de verhaallijn van de songs perfect met indrukwekkende beelden weergegeven op het grote scherm. Zo smelt bijvoorbeeld een afbeelding van Christus samen met die van Che Guevara tijdens ‘Puer Ferox Adventus’ en wordt het instrumentale ‘Tripudium ad Bellum’ met een geweer salvo geopend, waarna er taferelen uit de Tweede Wereldoorlog op het scherm verschijnen.
Anderson oogt vitaal en lijkt met zijn snelle, kenmerkende bewegingen over een top conditie te beschikken waar menige leeftijdgenoot jaloers op is. In zijn vocale prestaties werd de 67 jarige dwarsfluit-virtuoos ondersteund door Ryan O’ Donnell, die je met zijn theatrale performance en verkleedpartijen als pater (tijdens ‘Enter The Uninvited’) en als dokter bij ‘The Browning Of The Green’ het idee geeft dat je bij een musical betrokken bent.
Hoe prachtig het nieuwe werk ook is, de aankondiging van ‘The best of Jethro Tull’ wordt meteen al met een luid applaus ontvangen, want daar is het publiek uiteindelijk voor gekomen. Ian neemt meteen zijn klassieke ooievaarshouding aan bij het al even klassieke ‘Bourée’. Staande op zijn rechterbeen geeft hij met zijn linker het ritme aan en laat hiermee oude tijden herleven.
De show zit zeer geraffineerd in elkaar en marcheert met de precisie van een Zwitsers uurwerk voorbij. De visuele projecties zijn op de seconde precies getimed met de muziek die live gebracht wordt. Zeer leuk is bijvoorbeeld als tijdens ‘Thick As A Brick’ de telefoon gaat. Violiste Anna Phoebe hangt aan de lijn en via Skype worden op het scherm beelden vertoond waarop zij haar viool uitpakt en een solo meespeelt.
De tweede set, die volgens Ian zelf uit het beste van wat Jethro Tull ooit gemaakt heeft bestaat, wordt met ‘Nothing Is Easy’ (1969) geopend, waarna ‘Cross-eyed Mary’ (1971) volgt. Na ‘Sweet Dreams’ (1969) vraagt Ian zijn bandleden welke song zij het liefste zouden spelen. Dat wordt dan ‘Teacher’ (1970) en, het is bijna niet te geloven, daarvan lagen de videobeelden met onder anderen opnames van Woodstock al klaar.
Hoogtepunten uit de set waarin ook nog ‘Critique Oblique’ (1973) en ‘Too Old To Rock ’n Roll: Too Young To Die’ (1976) voorbij komen zijn ongetwijfeld het negen minuten durende ‘My God’ (1971) en het iets kortere ‘Aqualung’ (1971). Dit zijn de nummers waarin gitarist Florian Ophale en Hammond-speler John O’Hara zich helemaal in hun fantastische solo’s kunnen uitleven en ook midden in de nummers met applaus bedankt worden. Het is ook mooi om tijdens ‘My God’ op de achtergrond de beelden te zien van de wildeman die Ian ooit was en dat die synchroon meelopen met zijn fluit solo. Het klopt gewoon weer tot op de seconde!
Na ‘Aqualung’ verlaat de band heel even het podium, doch in de theater info stond te lezen dat de show om 22.16 uur ten einde zou zijn, dus volgt er een toegift, waarvan de eerste tonen al meteen op een applaus kunnen rekenen. ‘Locomotive Breath’ is toch wel voor vrijwel iedereen het hoogtepunt en wordt dan ook luidkeels meegezongen.
Hiermee komt er, het zal wel geen verrassing meer zijn, om precies 22.16 uur een einde aan een waanzinnige show, een rock opera waardig!
The Who heeft ‘Tommy’, Ian Anderson heeft ‘Jethro Tull’ en doet voor hen niet onder!