Mumford & Sons kregen met de eerste twee albums ‘Sigh No More’ en ‘Babel’ meer succes dan ze konden bevatten. Met ‘Babel’ werd hun naam definitief gevestigd en bereikten ze grotere zalen als de Ziggo Dome, en werden ze headliner op festivals als Glastonbury. Op datzelfde album kozen ze voor een redelijk veilige weg door verder te gaan in de folk richting waar ze op ‘Sigh No More’ waren begonnen. Want mede door hun was er een folk-revival en was zelfs de banjo opeens hip. Van een ‘moeilijke tweede album’ was dus voor hun geen sprake. Maar wel van een moeilijke derde. Want dat ze niet op dezelfde voet konden verder gaan, want dan zou het te eentonig dreigen te worden. Dat wisten ze zelf ook. En dus is op het nieuwe album ‘Wilder Mind’ de banjo eruit gedaan, en zijn de akoestische instrumenten vervangen voor elektrische gitaren, bass en drums. En presenteert de band zich nu niet meer als folkband, maar als rockband.
Dat was even wennen op de eerste single van het album; ‘Believe’. Die erg deed denken aan Coldplay en Snow Patrol. Met de volgende single ‘The Wolf’ werd dat al meer ontkracht. En op het album zijn er eerder vergelijkingen te trekken met een hele andere band: The National. Het is dan ook één van de leden van The National, Aaron Dessner, die zijn medewerking verleende aan het album en hun uitnodigde in zijn studio in Brooklyn. De invloed van The National lijkt terug te horen te zijn in ‘Monster’, ‘Snake Eyes’, ‘Only Love’ en ‘Hot Gates’. Wat kleine hoogtepuntjes op het album vormen.
Zijn er nog andere bands waarmee de nieuwe sound van Mumford & Sons te vergelijken valt? Eigenlijk met Mumford & Sons zelf. Want luister eens niet naar wat er zo anders is, maar naar de teksten en de melodieën. Want daarin is de band niet drastisch veranderd. Bijvoorbeeld ‘Just Smoke’, ‘Cold Arms’ en vooral ‘Broad-Shouldered Beasts’ zijn qua melodie en tekst toch Mumford & Sons zoals we ze van hun vorige albums kunnen. Enkel met gelikte productie.
Los van elkaar zijn het stuk voor stuk sterke nummers. En tussen de gladdere productie door zijn er opnieuw pareltjes te horen. Het enige nadeel is dat het na ‘Snake Eyes’ al geheel lijkt in te zakken doordat de daarop volgende nummers net niet gevarieerd genoeg zijn. Het zijn nummers die tijd nodig hebben. Zeker als je hun vorige (meer toegankelijke) album gewend bent. Daarmee hebben Mumford & Sons met ‘Wilder Mind’ eerder hun eerste groeiplaat gemaakt. Al zouden ‘Tompkins Square Park’ en ‘The Wolf’ live nog wel eens goed kunnen uitpakken. (8/10)(Island)