Status Quo-bassist John Edwards komt binnenkort met een nieuw album van zijn eigen band, Rhino’s Revenge. Rhino’s Revenge is bijna een familieband te noemen, maar heeft een status die deze benaming toch zeker wel overtreft. We spraken af met John om het met hem te hebben over die band, het album en meer.
Binnenkort komt het nieuwe album uit van Rhino’s Revenge. Voor veel artiesten is het een spannende periode die voorafgaat aan de release. “Ja zeker, ik ben er heel erg tevreden over”, begint Edwards, “Het is een bevestiging geworden van wie ik ben en wat ik de afgelopen jaren heb gedaan. Misschien weet je wel dat sommige albums erg veel moeite kosten, maar dat was hier niet het geval. Het kon ook niet op een beter tijdstip komen. Mijn beide zoons Max en Freddie spelen er op mee en mijn dochter verzorgt de achtergrondzang. En verder maakt Matthew Starritt nog deel uit van de band. Mijn kinderen hebben het allemaal druk met werk en studie en ik heb van hen twee weken de gelegenheid gekregen om het album op te nemen. Het heeft lang geduurd om mijn tweede eigen cd uit te brengen.”
Het heeft vijftien jaar geduurd voordat er een opvolger kwam van het debuutalbum van de Rhino’s Revenge. Het leek er dan ook lange tijd op alsof dat ene album het enige zou blijven. “Ik heb het erg druk gehad met Status Quo. Een eigen album was niet iets wat ik per se moest doen, “bekent de bassist, “Ik ben in de positie dat ik niet afhankelijk ben van het uitbrengen van eigen cd’s. Maar nu was de tijd er rijp voor. Zoals gezegd, het paste perfect met mijn familie. Ik had het album eerst ‘Family Affair’ willen noemen. Ik ben overigens niet iemand die met computers werkt en demo’s digitaal opneemt. Ik werk het liefst met een 4-track, voor drums, bas, gitaar en zang elk een. En dan mijn karakteristieke stemgeluid, zoals alle grote zangers van zichzelf zeggen. haha Is het bij te houden? Ik sta er om bekend dat ik vijf vragen tegelijk kan beantwoorden.”, grapt hij nog.
Het nieuwe album is compleet door Edwards zelf geschreven, zonder enige inbreng van anderen. “Het is allemaal van mijzelf,” beaamt John, “Ik heb dan een bepaald idee en er ontstaat op een gegeven moment wel iets. Zelf ben ik niet zo van de liefdesliedjes. Of er moet iets onverwachts in de tekst zitten. Zoals bijvoorbeeld op mijn eerste cd. Daar staat een liefdeslied voor mijn vrouw op, maar dan zing ik wel dat ze rookt als een schoorsteen en drinkt als een vis.” Een van de numers op het album is ‘Tomorrow Is Today’. “Dat is een waargebeurd verhaal over iemand die van een drugsverslaving af probeert te komen”, verklaart hij, “Hij stelt het steeds uit: “ik begin morgen”, totdat iemand zegt ‘No way, tomorrow is today’.”
John Edwards is een groot fan van Steely Dan. “Geweldige muziek, maar hun teksten, die zou ik niet kunnen schrijven. Die zijn voor mij te… tja, hoe zeg je dat. Ik ben meer met beide voeten op de grond. Ik weet dat jij (Eric Campfens, onze interviewer, red.) een bluesfan bent, dat ben ik ook; Geweldige muziek. Als ik toch eens een regel zou kunnen schrijven als in ‘Born Under A Bad Sign’: “If it wasn’t for bad luck, I wouldn’t have no luck at all’, geweldig!”, en we praten nog even verder over de soms briljante teksten die de blues met zich meebrengt.
Op het eerste album van Rhino’s Revenge deden Edwards’ collega’s van Status Quo op enkele songs mee. We hadden dan ook verwacht dat dat ook dit keer weer het geval zou zijn. “Nee, deze keer niet”, ontkent Edwards, “Dat wilde ik niet. Alleen Andy Brown heb ik gevraagd. De vorige keer hebben Rick Parfitt en Francis Rossi meegespeeld, maar Andy niet. Het was eigenlijk de bedoeling dat hij deze keer percussie zou spelen, maar hij belde af. Hij was ziek.Tenminste, dat zei hij.”, en zo lacht John maar over het toeval.
Uiteindelijk heeft Edwards spelen met zijn eigen band na jaren weer opgepakt. Alsof het spelen met Quo niet bevredigend genoeg was, lijkt het. “Nee, dat is het niet,”zegt John, “maar we zijn allemaal een beetje bezig met wat soloprojecten. Rick is nu bezig met een groot orkest en voor mij was het, zoals ik al vertelde, een mooie gelegenheid om iets met mijn familie te doen. Mijn zoon Max, een hele slimme kerel – ik weet ook niet van wie hij het heeft – studeert in Berlijn en gaat daarna naar Amerika. Het kwam nu gewoon goed uit.”, verklaart hij.
De bijnaam die John Edwards heeft gekregen is Rhino. Een nogal aparte bijnaam en natuurlijk is iedereen benieuwd waar die naam vandaan komt. “Haha, dat vertel ik niet. Dat blijft mijn geheim. Ik heb nog steeds iets mysterieus.”We vinden het geen probleem. (*)
Voordat de bassist bij Status Quo kwam heeft hij in diverse andere bands gespeeld, waaronder de Climax Blues Band, de band van Kim Wilde, Space, Judy Tzuke’s band en Dexy’s Midnight Runners. “Vergeet niet dat ik ook nog met Peter Green samen heb gespeeld”, herinnert hij ons, “Dat was in een periode dat hij echt van de wereld was. We waren in de studio en hij zat alleen maar een beetje in de ruimte te staren. En dan hij pakte zijn gitaar en speelde de mooiste solo die je je maar kunt voorstellen. Zo’n mooie toon en frasering. Fantastisch. En als we na zo’n dag in de studio wat gingen drinken in de pub dan vroeg hij wie je was. Hij kende me niet meer, terwijl we de hele dag samen hadden gewerkt! Maar enkele jaren geleden kwamen we elkaar weer eens tegen en toen wist hij wél dat we ooit samen in de studio hadden gestaan. Bizar.”
Bob Brunning, een vriend van onze interviewer Eric Campfens, heeft ook regelmatig met Green gespeeld. “Ja, van de Brunning Blues Band en Tramp. Die heeft toch ooit dat boek geschreven over de Britse blues?”, vraagt Edwards zich af. Edwards zit goed met zijn gedachten. Brunning vertelde dezelfde soort verhalen over Green. “Triest”, bekent John, “Toevallig heb ik vandaag nog naar Mr. Wonderful geluisterd. Heel droevig, maar tegelijk prachtig. Ik ben net zo’n bluesfan als jij. Ik ken nog een leuke anekdote over die tijd. Dat is geloof ik van Sonny Terry of Brownie McGhee. Er waren toen allerlei Britse bandjes die de Amerikaanse bluesartiesten begeleidden en daarvan zeiden zij: “They want to play the blues so bad, and that’s how they play it” haha”, haalt Edwards aan. (**) “Oké, andere herinneringen. Ik heb zo veel gedaan en zo veel meegemaakt. Memorabel blijft het eerste optreden met mijn zoons. Daarvan heb ik genoten. Of het optreden met de Dexy’s Midnight Runners bij Saturday Night Live. Spelen in die band was een uitdaging want Kevin Rowland en timing zijn twee zaken die langs elkaar heen leven. Maar wel leuk. Ook het optreden met Judy Tzuke in Central Park voor 400.000 mensen zal ik nooit vergeten. Na het optreden kwam een vrouw naar mij toe die zei: “Andy loves your shoes”, en toen bleek Andy Warhol naar mijn glitterschoenen te hebben staan gluren. En met Quo hebben we een bijzonder optreden gehad in Mexico in de stad Neza. Speciaal voor dit optreden hadden de plaatselijke bendes een wapenstilstand afgeroepen en stonden naar ons te kijken. Aan de ingang moesten de wapens worden ingeleverd. In plaats van een garderobe met jassen hadden ze er daar een vol met wapens. Maar wat een feest. Er werd zo gedanst en gestampt dat de vloer begon te veren. Ook mijn familie was er toen bij. Fantastisch. De band van Kim Wilde vond ik wat minder. Die had toen een drummer, die gewoon te soft speelde. Daar kon ik niet mee uit de weg. Met Kim is niets mis, een geweldige vrouw. Heel lief. Ik zie haar af en toe nog wel eens.”, mijmert John.
Toen John Edwards 11 jaar oud was kreeg hij een beurs voor de London College of Music. Edwards speelde toen viool, een instrument wat we niet zo bij Status Quo of Rhino’s Revenge zouden verwachten. “Nee, toen ik daar een nog maar enkele maanden op school zat ontdekte ik de Beatles en wilde ik een Beatle worden. Dus schakelde ik over op gitaar. Enkele jaren geleden heb ik het nog wel eens geprobeerd, maar het klonk alsof ik een kat aan het villen was.”, verklaart Edwards de overstap, “Enkele jaren nadat ik de Beatles had ontdekt – ik speelde inmiddels gitaar – zag ik Free spelen met Andy Fraser op bas. En vanaf dat moment werd de bas mijn instrument. Ik heb een tijdje bij een coverband gespeeld. Toen was ik nog een jonkie tussen die ouwe zakken van 35, 36 jaar. Ze hebben me het niet makkelijk gemaakt en toen ik vroeg waarom ze mij destijds hebben gekozen vertelden ze dat er niemand anders op auditie was verschenen haha.”
Het is een mooi verhaal dat John te vertellen had. En hij heeft inderdaad meer antwoorden gegeven dan we hem vragen hebben gesteld. Volgende maand bezoekt John Nederland en we zeker naar een van zijn optredens, mede om hem nadien nog even gedag te zeggen. “Dat lijkt me leuk. Ik zie je dan wel. En zeg maar tegen onze vrienden in Nederland: We’ll keep them rockin!” En zo sluiten we het interview met de rockbassist af.
(*) In internet zijn er overigens een aantal antwoorden op te vinden. Een van de verklaringen die je het meest tegen komt is dat hij nogal onhandig schijnt te zijn.
(**) Een tekst van Sonny Boy Williamson.
Zaterdag 28 maart 2015 Ma Kelly’s, Frieschepalen – uitverkocht
Dinsdag 31 maart 2015 Patronaat Café, Haarlem
Donderdag 2 april 2015 Broer en Zus, Beverwijk
Zaterdag 3 april 2015 ’t Zwaantje, Deest