Ter promotie van haar nieuwe plaat ‘Kalf’ reisde Roosbeef van Duiven naar Zwolle. Voor Roosbeef was het haar eerste optreden in het vernieuwde Hedon. ‘Kalf’ is haar derde volwaardige plaat onder haar eigen naam, en hiermee is Roosbeef het stadium van veulen inmiddels wel voorbij. Haar eerste EP kwam in 2006 uit en wat is gebleven is haar volstrekt unieke sound en zang. Roos Rebergen is uniek om op plaat te beluisteren.
Dat ze Excelsior als platenmaatschappij heeft gekozen is ook zo typerend en past dan ook perfect bij haar. Op plaat is Roosbeef flink eigenwijs en tegendraads maar inmiddels ook weer herkenbaar. Hits heeft ze nog niet op haar conto staan; Haar pareltjes bleven steken in de tipparade. Hoe gaat dat live uitpakken? Is Roos een pleaser of laat ze haar kunst boven het vermaak prevaleren?
Deze avond is het publiek niet echt in grote getale op komen dagen. Van de week stond ze nog voor een uitverkocht Paradiso, maar Zwolle had het carnaval waarschijnlijk nog in de benen. Het voorprogramma G de Singer Songwriter is bijzonder. Een man op het podium met een kartonnen pizzadoos-gitaar. Het publiek was hem goed gezind bij de aankondiging van het laatste nummer door een respons van “Oh wat jammer”. Overijsselse gastvrijheid! Na het voorprogramma is goed voorbereid voor een geslaagd hoofdprogramma. Een inkoppertje dus voor Roosbeef.
Deze avond wordt veel gespeeld van haar nieuwe plaat en met name de single ‘Kalf’ wordt goed ontvangen. Vanaf dat moment begint het te lopen. Het tempo zit er goed in en voor je het weet zijn ‘hersens’, ‘ iets te veel wijn’ en het emotionele ‘raak mij aan’ voorbij. Met ‘twijfelaar’ begint het feest der herkenning. Al heeft een ieder moeite met het Duitstalige nummer ‘Und man bleibt so frei’.
Bij Roos geen glitter en glamour. De zangeres is rauw en swingend met haar band. Hoogtepunt zijn de toegiften ‘nachtauto’ en ‘sirene’. Roos is geen prater maar liet haar teksten voor haar spreken. Duidelijk. Roosbeef is uniek en weet uiteindelijk een mooie balans te vinden tussen pleasen en kunst maken op het podium.
Foto’s (c) Rene Obdeijn, Maxazine