Wat zou de wereld een magnifieke drummer gemist hebben wanneer Manu Katché niet ontdekt was door Peter Gabriel, vlak voor de opnames van zijn album ‘So’. Zijn spel was, zeker live, direct al een verrijking voor de muziek van Gabriel. Dat vond ook Sting, en velen na hem. Als je voor elke opname en iedere tour van zulke grootheden een telefoontje krijgt, dan ben je niet alleen goed maar ook constant en betrouwbaar. Veel minder bekend bij het grote publiek, is dat de sympathieke drummer van Frans/Ivoriaanse afkomst met hetzelfde gemak Jazz componeert en speelt. En daar zó goed in is dat hij al snel onder de vleugels van Manfred Eicher, oprichter en producer van het beroemde ECM label, werd genomen en daar vier albums achterliet. Albums die voor de liefhebber van hedendaagse Jazz puur snoepgoed zijn. Daar waar Gabriel en Sting destijds voor hèm kozen, mochten musici als Tomasz Stanko, Jan Garbarek, Marcin Wasilewski, Jim Watson en Nils Petter Molvær zich verheugen op een telefoontje van Manu Katché.
Zijn eerste live album ‘Live in Concert’ werd echter onder het ACT label uitgebracht, met wederom een kleine bandwissel: Nils Petter Molvær maakte plaats voor de jonge Italiaanse trompettist Luca Aquino. Net als op het laatste ECM album tekenen de Noor Tore Brunborg voor alt- en sopranosax en synth bas en de Britse Jim “James” Watson voor piano en Hammond B3.
‘Live in Concert’ opent met ‘Pieces of Emotion’ van het album ‘Playground’ waarin Aquino’s droge aanzet en spel met lage luchtsnelheid direct indruk maakt. Na een heerlijk crescendo, doorspekt met Brunborg’s lyrische sopraansax spel (onwillekeurig denk je meteen aan Garbarek) eindigt de band zéér subtiel met enkel de bandleider en Jim Watson die zacht en repeterend de baslijn blijft spelen op zijn B3. De toon is gezet en aan het applaus en gejuich van het publiek in de Parijse Jazzclub ‘New Morning’ te horen wordt er volop genoten.
Voor ‘Shine and Blue’ van het album ‘Third Round’ ruilt Watson zijn Hammond in voor een Steinway vleugel. Hoewel niet ‘my cup’ (mijn favoriete album was toch wel het laatste in de ECM reeks, ‘Manu Katché – Manu Katché’) geniet ik van het samenspel. Van ‘Song for her’, een oudje alweer, waarmee Watson en Katché wederom adembenemend mooi hand in hand eindigen, gaan we naar ‘Loving You’. Wat een herkenning! Drumloos. Want Manu neemt plaats achter de Steinway en laat horen dat hij één van de weinige drummers is die ook zelf componeert. Aquino’s fluweelzachte spel, dat doet denken aan een van zijn leraren, Paolo Fresu, valt in een perfecte harmonie met Tore Brunborg’s saxen. Wonder-, wonderschoon.
Dan wordt de bebop-knop ingedrukt met ‘Clubbing’ waarbij ik Katché breedglimlachend met hoedje of pet achter zijn bescheiden kit zie zitten, helemaal ‘los’ maar toch ingehouden en subtiel. Het is echt zijn stijl geworden: je hebt voortdurend het idee dat hij ontaard in een solo waarbij cymbalen en vellen gaan sneuvelen, maar die kracht wordt altijd vertaald in souplesse vanuit de polsen, accenten op de 6” en 8” splash cymbals en veel variatie in volume – een echte virtuoos. ‘Clubbing’ heeft het allemaal in zich, inclusief een Hammond solo van Watson waarin ook hij zijn veelzijdigheid toont, een trompet solo waarbij Aquino hoorbaar flink aan het werk moet en, bijna onvermijdelijk, een solo van de leider zelf.
In ‘Springtime Dancing’ krijgt Tore Brunborg, die ook de oorspronkelijke opname op ‘Third Round’ voor zijn rekening nam, een momentje voor zichzelf, en dat doet hij met verve. Nee, hij heet niet Garbarek, maar wat is het genieten.. Voorafgaand aan de liveopnames heeft deze samenstelling voor 130(!) optredens getekend, en dat is te horen. Het sleutelwoord is ‘balans’. Vier hoofdrollen maar altijd samenhang. Muzikanten die perfect op elkaar zijn ingespeeld, iedereen zijn moment gunnen maar zichzelf nooit op de voorgrond dringen. Het klinkt haast saai, maar deze live opnames laten horen hoe perfect zoiets kan uitpakken.
‘Beats and Bounce’ en ‘Walking by your Side’ van het vierde ECM album volgen nog, maar ik ben allang verkocht. Of is het verwend? Want Watson’s piano solo ging erin als zoete koek, alsof ik niets anders verwachtte. Manu Katché heeft ook een grote schare (drum)fans die niet noodzakelijk van Jazz houden en het lijkt haast alsof hij die vooral niet wil vergeten, want er wordt ook nog als toegift een drumsolo van vijf minuten opgenomen. Ik hoef niet te beschrijven wat ik daarvan vind, toch? In de laatste noten van ‘Snapshot’ stelt Katché zijn band voor aan het publiek, terwijl die de melodielijn van het nummer in een loop zet. Aan het einde van zijn betoog hoeft hij slechts één keer de melodie te zingen waarop het enthousiaste publiek meteen inhaakt, tot Katché’s plezier en dankbaarheid. Een grote kleine man neemt tevreden afscheid van zijn publiek en tekent –alweer- voor een prachtige opname. (8/10) (ACT)