Zij die treurden vanwege het niet doorgaan van Pinkpop Classic konden donderdagavond hun hart ophalen in de Rodahal in Kerkrade bij een concert van Status Quo. Voor 2302 bezoekers bleek dit een redelijk alternatief. Daarmee was de Roda Hal net niet uitverkocht, maar, in de tijd waarin mensen steeds minder geld te besteden hebben is dit aantal toch een mooie opkomst. Vooral als je er rekening mee houdt dat straks de krantenbezorger weer met zijn beste wensen op de stoep staat, er weer allerlei glazen huizen worden gebouwd en we weer voor enkele miljoenen aan vuurwerk dienen af te schieten.
Als opener voor de Quo had de organisatie (Buro Pinkpop) gekozen voor Voodoo Vegas. Een prima keuze zoals al gauw bleek. Het vijftal uit Bournemouth (UK) is sinds kort uitgebreid met toetsenist Steve Green. Hij geeft de gitaristen Nick Brown en Meryl Hamilton meer ruimte om te soleren en draagt er toe bij dat de band die verder uit Ash Moulton-bas en Jonno Smyth-drums bestaat, over een voller geluid kan beschikken. Voeg daar de stem van shouter Lawrence Case aan toe plus de wetenschap dat deze band geïnspireerd is door o.a. Deep Purple, Uriah Heep, Guns ’n Roses en AC/DC, dan weet je op voorhand dat je een prima opwarmer hebt.
Voodoo Vegas opent hun 40 minuten durende set met ‘The Ferry Song’, met lekker harmonica spel van Lawrence, waarna ‘Bullet’ volgt, een nummer dat vergelijkingen oproept met werken van The Answer. ‘Hypnotize’ wordt verrassend afgesloten met een stukje ‘Hocus Pocus’. Hoewel Nick Brown de meeste solo’s voor zijn rekening neemt, zoals in ‘King Without A Crown’, is de meeste aandacht van het mannelijke publiek op gitaar-babe Meryl gericht. Dat zij meer kan als alleen mooi zijn laat zij met een gierende solo horen op ‘Jimmy Silver’. Met dit nummer, afkomstig van hun gelijknamige cd wordt tevens de set afgesloten.
Voodoo Vegas liet een prima indruk achter en het grootste gedeelte van de Quo fans kon het energieke optreden van hen goed waarderen.
Na een vrij lange ombouw pauze betreden Rick Parfitt, Francis Rossi, Andy Bown, John ‘Rhino’ Edwards en (sinds vorig jaar) drummer Leon Cave onder luid applaus het brede podium.
Met de opener ‘Caroline’ wordt het begin gemaakt van een ruim anderhalf uur durende recht-toe-recht-aan rockshow waarmee deze legendarische band je mee op reis neemt over een geplaveide weg van hits. Daarbij wordt o.a. halt gehouden bij bijna antieke nummers als ‘Paper Plane’,‘Down The Dustpipe’, ‘Oh Baby’ en ‘Railroad’.
De tandem Parfitt/Rossi is goed bij stem en de hele band maakt een topfitte indruk. Dat uit zich in het speelplezier, waarbij ik Francis Rossi nog nooit eerder geziene grimassen zie maken.
In het verleden, en ook nu nog, werd er wel eens smalend over de 3 akkoorden band gesproken, maar als je hiermee al meer dan 50 jaar volle zalen trekt verdient dat op zijn minst respect. Hun specifieke, herkenbare geluid kent geen leeftijdsgrens, evenals het publiek dat uit 2 generaties bestaat.
Een medley met o.a. ‘What You’re Proposing’ slaat bijzonder goed aan bij het uitzinnige publiek dat luidkeels meebrult.
Met ‘You’re In The Army Now’ dient zich een rustpuntje aan waarna de veteranen zich enkele minuten terug trekken om even bij te komen. ‘Jonkie’ Leon Cave krijgt hierdoor de gelegenheid om zich met een fraaie drum solo uit te leven. In hem heeft de Quo een waardige opvolger voor Matt Letley gevonden.
Je zou verwachten dat ze hierna een korte akoestische set zouden in bouwen om enkele nummers van hun onlangs verschenen cd “Aquostic” (geen schrijffout) te spelen, maar helaas, je kan niet alles hebben.
Met ‘Roll Over Lay Down’,wordt meteen de beuk er weer ingegooid, waarna met ‘Down Down’,‘Whatever You Want’, ‘Hold You Back’ en ‘Rockin’ All Over The World’ naar het einde van de show wordt toegewerkt. Als toegift volgen nog ‘Rock ‘n’ Roll Music’ en ‘Bye Bye Johnny’, maar daarna is het echt over en sluiten. Op deze gedenkwaardige avond kreeg het publiek whatever they want,…… en misschien wel meer als dat.