Als zoon van een beroemde vader blijf je altijd de zoon van die beroemde vader. Je kunt dan een aantal dingen doen. Bijvoorbeeld een andere achternaam nemen of een ander beroep kiezen als je vader. Of je trekt je er gewoon niets van aan en trekt jouw eigen plan. En dat is precies wat Devon Allman al sinds enkele jaren succesvol doet. Na bands als Honeybird en de Royal Southern Brotherhood is hij nu vol aan de gang met zijn solocarrière. Met ‘Ragged & Dirty’ ligt nu zijn tweede CD in de winkels.
Het album is geproduceerd door Tom Hambridge en Allman wordt gesteund door een prima band. In tegenstelling tot zijn eerste CD ‘Turquoise’ vind ik deze wat minder evenwichtig. In de wat stevigere songs gaat hij naar mijn zin wel wat erg te keer. De kracht ligt hier bij de ballads, waar Allman het best tot zijn recht komt. ‘Leave The City’ is hier een goed voorbeeld van. ‘Can’t Lose ‘Em All’ is een fraai eerbetoon aan de Allman Brothers Band, de band van Devons vader. Devon Allman is zonder meer een goed muzikant te noemen; hij heeft een prima stem en is een uitstekende gitarist, die ook nog eens prima songs schrijft.
Het is jammer dat Allman af en toe wat te veel gas geeft, waardoor het soms wat té ruig wordt. De balans tussen de rustige ballads en het ruigere rockwerk is dan een beetje weg. Verder munt hij uit door vakmanschap en laat hij horen dat hij van zijn pa de goede genen heeft geërfd. (7/10)(Ruf Records)