Met ‘0’ (2002) en ‘9’ (2006) bracht de Ierse singer-songwriter Damien Rice twee sterke albums uit die beiden veel waardering kregen. Maar het zorgde er ook voor dat hij even tijd nodig had voor een opvolger. Nu blijkt dat hij in de eerste periode na het vorige album het niet makkelijk had. Bijvoorbeeld doordat zijn relatie met zijn zangpartner Lisa Hannigan op de klippen liep, maar ook omdat hij moeite bleek te hebben om weer creatief te kunnen zijn. Creativiteit vond hij uiteindelijk in IJsland met hulp van producer Rick Rubin. Niet bepaald de minste producer.
Wat opvalt vanaf de eerste track, de titeltrack, is dat het geluid op de productie iets gelikter klinkt dan op zijn vorige twee albums. Maar gelukkig niet zo erg dat het een radicale koerswijziging is, of dat het afbreuk doet aan de nummers. Het grootste deel van de 8 songs hebben een lange speelduur, maar er gebeurd genoeg. De eerste twee songs ‘My Favorite Faded Fantasy’ en ‘It Takes A Lot To Know A Man’ beginnen beiden als ballad, maar naar mate beiden songs vorderen gebeurd er muzikaal gezien veel. Bij ‘The Greatest Bastard’, waarin Rice zich vrij kwetsbaar opstelt, gaat dat ook heel geleidelijk. Het begint ook als een ballad, maar krijgt verder op in het nummer langzaamaan een orkestrale toevoeging. Wat uitstekend aansluit op ‘I Don’t Want To Change You’.
Het is opvallend hoe erg de teksten op het album voor zich lijken te spreken. Ook in ‘Colour In Me’ lijkt hij de luisteraar een intiem kijkje in zijn persoonlijke leven te geven als hij zingt: ‘So I tried to forget it, it was all part of the show, Told myself I’d regret it but what do I know, About all these useless dreams about living alone, like a dog-less bone’. En in ieder nummer weet hij met deze opstelling indruk te maken. Ook in het indrukwekkende ‘The Box’. ‘Trusty And True’ is vergelijken bij de andere nummers iets lichter. Het afsluitende nummer ‘Long Long Way’ lijkt ook voor zich te spreken. De lange moeilijke weg van 8 jaar heeft een eindpunt bereikt waarna hij weer verder lijkt te kunnen.
De muzikale opbouw van de nummers zijn bijna alle nummers hetzelfde, maar toch wordt dat nergens eentonig of saai. Maar Rice krijgt het voorelkaar om in alle 8 songs je volledig mee te nemen in zijn intieme teksten over zijn proces van de afgelopen jaren. Ieder nummer is indrukwekkend op een bepaalde manier. Waarmee het wachten van 8 jaar zeker beloond wordt. Als hij over een opvolger weer lang de tijd nodig heeft, maar dan weer met zoiets indrukwekkend terug komt, dan nemen we dat graag voor lief. (9/10) (Atlantic)