Dag één van London Calling begint sterk met het energieke optreden van Wild Smiles, een Engelse band met drie jonge gasten die een mix maken van shoegaze, grunge, surfpop en powerpop, soms zelf al in een enkele song. De kleine zaal is dan ook snel te klein voor deze jongens, waarvan hun debuutalbum ‘Always Tomorrow’ afgelopen week uitgekomen is.
Het optreden van multi-instrumentalist Gabe Fulvimar van Gap Dream vervormt deze jeugdige energie enigszins: achter de synthesizers en een drumcomputer staand, maakt hij ons deelgenoot van zijn liefde voor 60er-jaren psychedelische pop. Een psychedelische ervaring is ook wat Lola Colt brengt, een 6-koppige Londonse band bestaande uit drie mannen en drie vrouwen. De rokerige stem van zangeres Gun en de filmische muziekfragmenten die in de songs zijn verweven, geven je het idee dat je naar de western aan het kijken bent waarna de band vernoemd is. Een ideale band voor op een festival in 2015, zoals Grauzone en Where the Wild Things Are.
De muziek van de Amerikaanse band Wild Child komt voor mij compleet uit de lucht gevallen: folk! Niet het genre wat je zou verwachten op London Calling. In de grote zaal danst de eerste rij vrolijk mee op deze voor hen aanstekelijke muziek. Ik vind het meer hoempamuziek, maar ieder zijn ding. Waarom deze band in de grote zaal staat, ik heb geen idee!
De jonge Amerikaanse band Gengahr, bestaande uit 4 jonge jongens, maakt zomerse indiepop. De ietwat trieste en tevens hoge stem van zanger Felix Bushe, zorgt ervoor dat een vergelijking met Vampire Weekend en MGMT dichtbij is. ‘Delete’, de song waar de band DMA’s uit Sydney via iTunes in recordtempo bekend mee is geworden, klinkt live nog beter: de kenmerkende stem van zanger Tommy O’Dell, het gitaarspel van Matt Mason en het excentrieke voorkomen van Johnny Took maken het beeld en geluid compleet. En dan te bedenken dat het niet de bedoeling was dat deze band ooit liveoptredens zou gaan doen!
Bad Breeding en het Schotse The Amazing Snakeheads maken beide snoeiharde muziek, punk waarbij het vuur (en agressie) van het podium spat. Bad Breeding schuurt tegen hardcore (Black Flag, Minor Threath) en de songs gaan over onderwerpen als uitzichtloosheid en werkloosheid, met tekst als: “If it tastes like ash, it’s probably your future”. Met ontbloot bovenlijf slingert zanger Dale Barclay van The Amazing Snakeheads zijn donkere songs schreeuwend en schuimbekkend het publiek in, die deze zonder moeite opslurpt, het is tenslotte Halloween.
Met op de achtergrond de bluesrock zang van Southern, te volgen via een scherm in de grote zaal, zet zangeres Kate Akhurst van Kate Boy zelf haar drumpads en drumtrommel op de voor haar juiste plek. In de wachtende menigte toveren drie meiden pingpong batjes en een pingpongballetje tevoorschijn en gebruiken de vloer als tafel. Een leuke en originele manier van wachten. Het Zweedse Kate Boy is electropop. De zuivere stem van Kate, gecombineerd met een moderne versie van de jaren-70 en -80 muziek (Kate Bush, Peter Gabriel) geeft zeer dansbare songs als ‘In your Eyes’, ‘Self Control’ en ‘The Way we Are’, zoals ook hun nieuwste album heet.
Een mooie diverse avond, waarvan The Amazing Snakeheads, Lola Colt en Kate Boy wat mij betreft de klappers zijn!
Foto’s (c) Armelle van Helden/Maxazine