Zeer onderhoudende show van de Robert Cray Band.
“The Robert Cray Band”, zo staat het er. Robert Cray houdt er niet van om alle aandacht naar zich toe te trekken, althans, dat zegt hij. Hij en zijn bandleden vormen een onbreekbare eenheid, dus gaat deze recensie over de Robert Cray Band, punt!
Als er iemand kan bogen op een herkenbaar, eigen geluid, dan is het toch wel Robert Cray. Het gitaargeluid van de inmiddels 61-jarige gitaarvirtuoos is in volledige harmonie met zijn warm omfloerste stem. Zijn muziek is echter lastig in een vakje te plaatsen. Voor de bluesliefhebbers is het te veel soul, terwijl het voor de soulliefhebbers weer te bluesy is. Hoe het ook zij, zijn muziek wordt door velen gewaardeerd en met vijf Grammy’s in de pocket geeft hij veel blues- en soul muzikanten het nakijken. Op zondagavond 19 oktober stond hij voor een vrijwel uitverkochte Limburg-zaal in het Parkstad Theater te Heerlen.
Als de zaallichten uitgaan, verraadt het schijnsel van enkele zaklampen de komst van de band, die vervolgens in het donker inzetten met ‘Won’t Be Coming Home’. Heel langzaam gaan de podium lichten aan, wat visueel erg fraai is voor het publiek, maar minder leuk voor de fotografen, die enkel en alléén dit eerste nummer in beeld mogen brengen. Verwacht bij deze recensie dan ook geen spectaculaire fotoreportage uit alle hoeken van de zaal.
Na ‘Poor Johnny’, volgt ‘I’ll Always Remember You’, met daarin een fraaie solo. Cray heeft dan wel al drie keer van gitaar gewisseld, iets wat hij ook bij elk volgend nummer doet. Ook bassist Richard Cousins heeft drie gitaren ter beschikking. Op de blauw gelakte teennagels van deze op blote voeten spelende bassist na, is de show van alle glitter en glamour ontdaan. Bij de Robert Cray Band is het vooral de muziek die telt en met name de oudere nummers als ‘Bad Influence’ en ‘Right Next Door’ worden bij de eerste tonen met luid applaus ontvangen.
Cray praat de nummers op een amusante manier aan elkaar, waarbij de bassist het regelmatig moet ontgelden omdat hij op een of andere manier vier kinderen te onderhouden heeft. Hij is wel later de danspartner van Cray op ‘Chicken In The Kitchen’ met de herkenbare, synchrone Shadows pasjes en op ‘Hip Tight Onions’. Met dit nummer dat op zijn laatste, 17e cd voorkomt brengt de band een ode aan Booker T. and the M.G.’s.
Drummer Les Falconer en toetsenist Dover Weinberg hebben een dienende rol en treden nergens op de voorgrond. In de schitterende ballad ‘The Things You Do To Me’ laat Dover wel horen hoe mooi orgel en gitaar samen kunnen klinken.
Tijdens de intense solo’s lijkt Cray in een soort trance te raken. Met zijn prachtige mimiek maakt hij zijn muziek ook toegankelijk voor slechthorenden, want zijn lippen zeggen wat zijn snaren vertellen. Bij deze solo’s is het muisstil in de zaal en een magisch moment ontstaat bij ‘Chicken In The Kitchen’ waarop het publiek mee klapt. Als Cray steeds zachter gaat spelen, past het publiek zich hier met het geklap op aan, prachtig!
De set waarin gefunkt wordt op ‘I Guess I’ll Never Know’ en zelfs gerockt op ‘Side Dish’, wordt afgesloten met ‘You Move Me’. Natuurlijk volgen er toegiften, in dit geval twee nummers van zijn laatste cd ‘In My Soul’. Na ‘Hip Tight Onions’ volgt ‘Deep In My Soul’, voor mij het hoogtepunt, want de solo gaat diep onder de huid, waarmee het nummer zijn naam alle eer aan doet.
Hiermee komt na precies anderhalf uur zuivere speeltijd een einde aan een fantastische avond. Tot mijn verbazing heb ik toch weer meer over Robert Cray zelf geschreven dan over de Robert Cray Band, sorry.