Vandaag, laten we zeggen gisteren, viel er bij mij op de mat nu eens geen blauwe envelop. Sterker nog, er viel helemaal niets bij mij op de mat. Ik woon namelijk in een appartement en om de post te kunnen begroeten, moet ik met de lift naar beneden. Ik kan ook met de trap natuurlijk, maar dat doe ik niet.
Deze morgen ging ik echter wél met de trap, omdat ik met een goed humeur wakker werd en omdat ik er zeker van was dat er iets in de brievenbus moest liggen. En gelijk had ik! Geen blauwe envelop, maar de compact disc met de titel: Juice. Een project van John Medeski, John Scofield, Billy Martin en Chris Wood. Respectievelijk op Keyboards, Gitaar, Percussie en Bas.
Een cd waar ik stiekem al een tijdje naar uitkeek. Hij staat nu ruim een kwartier op en mijn koffie smaakt er prima bij. Wacht, ik zet hem even opnieuw op. Dan luisteren we samen.
Het feest begint met Sham Time (Eddie Harris), na een heerlijke toetsensolo (dat kan alleen maar een Hammond zijn, toch?) klinkt de gitaar van Scofield de ruimte in. Zijn karakteristieke geluid en manier van spelen herken ik echter niet meteen. Het klinkt zachter en gelickter. Wat bewijst dat Scofield in dienst van de ‘mellow tone’ van het ensemble speelt. Knap, maar in mijn optiek een beetje jammer. Het is juist dat vieze Scofield-geluid en de bijpassende scherpe timing die Scofield voor mij zo bijzonder maakt. Lekkere track, dat zeker, maar wel een beetje matjes.
Verder met North London (Johh Scofield). Hier ontbreekt het gelukkig niet aan het eigen geluid van Scofield. Nou ja, okay, een klein beetje dan toch. Ik weet niet wat ze afgesproken hebben wat betreft de rolverdeling, maar Medeski heeft duidelijk de leiding. de solo die hij er in North London uitknalt, lijkt verdacht veel op een Scofield-solo, maar dan op toetsen. Bijzonder. Wederom een prima track, maar ik mis wat scherpte.
Louis The Shoplifter (Billy Martin). Percussionist Billy Martin schreef het derde nummer van de plaat en begint meteen zó lekker, dat de randjes die er in de eerste twee nummers vanaf gesleten leken, er meteen weer aan zitten. De plaat is begonnen!
Juicy Lucy (Medeski, Scofield, Martin, Wood). Een vreemde mengeling van Louis Louis en All Day and All Of The Night. Vlug verder, dit is niks.
I Know You (Scofield). Veruit het meest muzikale en mooiste nummer van de plaat. Melodieus, prachtig sfeertje, mooi gitaargeluid. De heren vinden zich in I Know You (is dat toeval?), de subtiele baspartijen van Wood zijn mooi afgestemd op de rustige akkoorden van Medeski en de percussionist vult de gaten (die er dus niet zijn), subtiel op. Heel fijn, I Know You.
Met Helium (Wood) zijn we alweer op de helft van de plaat. Wederom een aparte mengeling van verschillende stijlen en nummers die ik lijk te herkennen, maar waarvan ik me de namen zo gauw niet meer herinner. Scofield’s gitaargeluid is Scofield’s gitaargeluid niet op deze plaat en dat komt op Helium duidelijk naar voren. Wat is dat toch jammer. Ook toetsenist Medeski’s geluid klinkt afgevlakt. Het is een aardige track, maar ik weet inmiddels waarom ik niet sta te juichen van vreugde. Het is het overall geluid. Het is afgevlakt. De eindmix is prima, alle instrumenten zijn goed te horen, maar het klinkt allemaal een beetje duf.
Light My fire (Densmore, Krieger, Manzarek, Morrison). Oei!
Sunshine of Your Love (Brown, Bruce, Clapton). Nog oeier!
Stovetop (Scofield), na twee bijna beschamende covers (waar ik verder niet op inga), zijn er nog twee nummers te beluisteren. Stovetop trekt een boel recht. Het is weer eventjes genieten. Het geluid van de eindmix blijft saai, maar ik verzin de scherpe randjes er zelf wel bij. Dan is Stovetop opeens een zeer prettige track. Gewoon lekker. En volume omhoog draaien helpt ook, merk ik (tevens wat bas er uit en treble helemaal open).
The Times They Are A-Changin’ (Dylan). Deze laat ik aan u, die durf ik niet op te zetten.
Compositorisch (en uitvoeringstechnisch) krijgt Juice van mij een 8, maar het afgevlakte, maar vooral saaie, geluid trekt de waardering naar beneden tot net boven de 6.
Ik had hier meer van verwacht, maar goed. Het was een gezellig uurtje. Volgende keer toch maar weer gewoon met de lift.(6/10) (Indirecto Records – 2014)