Nadat ze twee jaar lang op iedere zaterdag een feest gaven in de Melkweg, besloten de organisatoren van Encore om eindelijk de eerste editie te houden voor een Encore festival. Het festival bevond zich op het NDSM-werf, en lag dus afgelegen van hartje Amsterdam.
Het festival zelf was voorzien van bijna alles wat mijn hartje kon begeren. Bij de aankomsthal lagen zitkussens en stonden er bankjes. Toen ik verder liep kwam ik bij een enorm terrein terecht met o.a. drie festivaltenten, twee toiletingangen met boordevol toiletten, zelfs een chill-out plaats met hangmatten en meer bankjes; dit keer met tafeltjes waarop mijn voeten heerlijk konden rusten als ik eenmaal op een van de bankjes zat.
Naast zitplekken, tenten en toiletten was het festival ook uitgerust met een flinke foodcorner. Men kon daar niet alleen patat krijgen, maar ook pizza’s, loempia’s, kip, snoep, biologische hamburgers en meer. Als je trek in iets had, had de foodcorner hoogstwaarschijnlijk waar je naar zocht.
Er waren drinkgelegenheden, een eetplaats, een Carlton Dance Academy (ja, die Carlton), een surfboard simulator en een pimp op een bank. Als klap op de vuurpijl was de line-up strak. Er is geen twijfel aan het feit dat het festival goed was georganiseerd, en dat alle elementen voor een geweldig festival aanwezig waren.
Encore kwam op gang, mensen kwamen langzaam maar zeker binnenstromen en een aantal uren na het begin van het spektakel werd er aangekondigd dat alle 10,000 tickets verkocht waren. Afgelopen zondag had Encore het voor elkaar, theoretisch gezien. Wat mij echter al gauw opviel was het feit dat de sfeer die in de lucht hing rook naar een zeldzame combinatie van arrogantie en opdringerigheid. Ondanks het feit dat het mij opviel, belemmerde het mij niet. Ik kwam althans niet naar dit festival vanwege de mensen; ik kwam voor de artiesten.
Niet alle artiesten die op het festival waren heb ik kunnen meemaken, maar veel wel. Hieronder viel Josbros, een Encore Freshman die ik niet kende maar binnen no-time mijn interesse te pakken had vanwege zijn enorme energie. Een ander was Ryan Leslie, die op het laatste moment als vervanging op het programma werd gezet. Alhoewel hij goed is in wat hij doet, bleek hij niet geheel te passen in het plaatje van het festival en klonk zijn set al snel veel softer dan die van de meesten. Full Crate had een onwijs funky set toen hij met Mar op het podium stond, en zijn DJ-sets zonder Mar waren minstens even goed. Andere momenten in het programma die mij oprecht geweldige herinneringen heeft meegegeven waren Encore Allstars, Adje, Shintaro, Vic Mensa (die een moshpit insprong en tijdens het moshen geen enkele bar mistte) en Pusha T.
Die laatstgenoemde was mijn favoriete moment van de avond. King Push begon zijn set met wat vullers die hij toevallig op zijn ‘My Name Is My Name’ album had staan, maar switchte toen opeens naar nummers die hij in samenwerking met Kanye West had gemaakt. Het publiek ging vanaf dat moment compleet los. Pusha T had naar mijn mening al zijn beste werken live gebracht en met zoveel kracht dat ik mij compleet leeggezogen voelde aan het einde.
Toen de GOOD Music artiest door zijn set heen was, had ik het gevoel dat ik het hoogtepunt van mijn avond bereikt had. Ik ging nog naar Ty Dolla $ign maar voelde niet meer wat ik bij Pusha T had gevoeld. Iets vertelde me dat het ook niet meer beter zou worden. Daarbovenop begon de arrogante sfeer die ik eerder had benoemd voor mij persoonlijk een slechte wending te nemen. Ik besloot toen om de pont naar huis te pakken.