Het tweedaagse punk/metalfestival in het puntje van Noord Limburg bevindt zich op een steenworp afstand van mijn woonplaats het Brabantse Boxmeer. Merkwaardig genoeg is het pas mijn eerste kennismaking is met dit, ondanks de heftige soort muziek, relaxte muziekfeest. De punk/hardcore meeting wordt dit jaar namelijk alweer voor de 22ste maal gehouden. Na de eerste dag smaakt het in elk geval al naar meer. En dat zullen we krijgen ook!
For I Am King is al klaar als ik in mijn auto stap om 20 minuutjes later het veld van Jera On Air op te wandelen. For I Am King dat pas in 2013 het levenslicht zag, won de bandwedstrijd Guts & Glory en kreeg daarmee de eer het publiek wakker te schudden tijdens de opening van de tweede dag.
Het goed bezochte, maar volgens mij niet uitverkochte festival biedt voor vandaag weer een knappe lijst van beukende bands uit binnen- en buitenland die er allemaal stuk voor stuk vol voor gaan. Zowel op het Impericon Mainstage als op het iets kleinere en intiemere Large Rockhand Stage gaan alle remmen los. Ook voor het podium in de twee tenten gaat het er flink aan toe met crowdsurfers, circle pits, mosh pits en ander punkrock shit.
Headliner Dropkick Murphys brengt een stevige portie Ierse punkrock mee. De opening met ‘The Boys Are Back’ van hun laatste album ‘Signed And Sealed In Blood’ knalt er vanaf het begin in. Ook ‘Rose Tattoo’ van dat album wordt door de vele uitzinnige fans herkend en meegezongen. Opgezweept door o.a. de doedelzak weten de mannen uit Boston een aardige party te bewerkstelligen. Uiteraard kan old time klassieker ‘The Wild Rover’ niet ontbreken. De wereldhit “’Dirty Deeds Done Dirt Cheap’ van AC/DC mag dan weer een verrassing genoemd worden.
Het eveneens uit Amerika afkomstige Hatebreed, onlangs nog op Paaspop en in november vorig jaar nog afsluiter van Speedfest, mag het publiek nog één keer wakker schudden. De machine van Jamey Jasta en zijn mannen hakt er nog even flink in, zodat het publiek moe maar voldaan naar huis of camping kan terugkeren.
Naast deze twee giganten was er terechte aandacht voor de Australische metalcore band The Amity Afflictions, het zware gruntwerk van Emure, We Came As Romans die vorig jaar nog deelname aan de Vans Warped Tour, Against Me met frontvrouw Laura met haar eigen rauwe stemgeluid, en Of Mice & Men dat langzaam weer een collectief begint te worden. De populariteit van vele bands tekent zich eveneens af in de lange rijen voor de diverse signeersessies.
In de Large Rockhand Stage tent is het een Engels onderonsje met o.a. Gnarwolf en The Filaments met hun punk/hardcore met een vleugje ska stijl. De Limburgse metal helden van Born From Pain, met mede oprichter Servee Olieslagers terug in de gelederen, mogen dit onderbreken. De afsluitende acts zijn van Amerikaanse afkomt. Het 10 jaar oude First Blood zet een vette live act neer, maar kan niet tippen aan de tomeloze energie van de excentriekeling Jason Aalon Alexander Butler van Letlive. Als het licht op het podium aan gaat explodeert de frontman en schreeuw, springt, beukt en rolt hij over het podium alsof zijn leven er vanaf hangt. Binnen enkele seconden vliegen de microfoonstandaards gevaarlijk door de lucht, moet het drumstel door de crew hersteld worden en is zijn T-shirt aan flarden gescheurd. Als na enkele nummers een strandbal het podium op komt vliegen, wordt die door hem niet teruggeschopt, maar met de tanden kapot gebeten, opengereten en op het hoofd gezet om vervolgens verder te zingen. Kort om: de steenharde punkrockers zijn begonnen.
Als je denkt: “dat zingen kan ik ook”, ben je van harte welkom in de Punk Brockbar. Ook als je niet kunt zingen overigens. Samen met Sing Along Riot is er de mogelijkheid tot live karaoke. Samen een feestje bouwen is het credo. Of te wel “sing it loud, sing it proud!, als dus Dropkick Murphys.
Op het middengedeelte van het festivalterrein lijkt het wel of de DJ’s uit de Birdcage (overdekt) en The Bird’s Nest (open terrein) elkaar proberen te overtreffen in geluidsvolume. Erg hinderlijk als je tussen die twee vuren wilt uitrusten op een bankje of ‘rustig’ iets wil eten. In de Birdcage staat de muziek pijnlijk hard. Op het gedeelte van The Bird’s Nest zelf is het prima vertoeven. Gezellig druk en er wordt her en der flink meebewogen met de heupen en schouders. Black Sun Empire perst tenslotte de allerlaatste druppels energie uit ieders lichaam.
Nu oordopjes uit en het bed in. Rust, stilte.