Het moest zo zijn. De spontane hereniging van Graham Parker & The Rumour. Na 31 jaar. Voor hoe lang, maakt niemand eigenlijk wat uit. Noch voor Graham Parker, noch de leden van The Rumour, Brinsley Schwarz en Martin Belmont, toetsenist Bob Andrews, bassist Andrew Bodnar en drummer Steve Goulding. Zestigers en muzikanten die zichzelf niet meer hoeven te bewijzen en als een hechte en oude vriendenclub samen van stad naar stad en podium naar podium reizen, zoals die van Paradiso in Amsterdam gisteren.
Die ongedwongenheid betaalt zicht uit in Paradiso. In positieve zin wel te verstaan. Maar hoe zat het ook alweer? In het tweede deel van de jaren zeventig was Graham Parker het bebrilde gezicht van de pubrock. Zijn eerste halve dozijn elpees- vooral die met The Rumour- stonden standaard bovenin lijstjes van Engelse, Nederlandse, Vlaamse en Amerikaanse muziekbladen. Maar met de verkoopcijfers en dus de grote doorbraak wilde het maar niet lukken. De wegen van Graham Parker & The Rumour scheidden. Tot 2011.
‘Three Chords Good’
Een muzikaal project en wat mailtjes brachten de heren – inmiddels zestigers – weer bij elkaar. Met als gevolg een zeer verdienstelijke plaat, ‘Three Chords Good’, en het begin van een alsmaar aangroeiende rij optredens. Een rij die begon eind 2012 met optredens in de Verenigde Staten en via Engeland nu het vaste land van Europa bereikt met shows in onder meer Brussel, Parijs, het Noorse Bergen komend weekend en 11 juni dus in Paradiso in Amsterdam. Een optreden dat begint met ‘Fool’s Gold en ‘Hotel Chamberlaid’, twee songs van het album ‘Heat Treatment’ uit 1976 en met een playlist waar iedere elpee uit de gezamenlijke hoogtijdagen – zeg maar tussen 1975 en 1980 – met een blok van drie à vier nummers aan bod komt aangevuld met twee nieuwe niet eerder uitgebrachte nummers zoals ‘Flying to London’. Alhoewel, van ‘The Up Escalator’ uit zien en horen we alleen ‘No Holding Back’. Een optreden waarbij vreugde en plezier voorop staat. Zowel voor de muzikanten als het publiek in de volle zaal van Paradiso. Met een dosis humor en relativeringsvermogen en een knipoog naar het verleden praat Parker (1950) het optreden aan elkaar.
Hippies en punkers
Zo maakt hij een grap over “tegenvallende” verkoopcijfers van destijds en neemt hij de zaal mee in de herinnering aan zijn eerste optreden in Nederland in 1976 voor een zaal met hippies en de transformatie naar een optreden in een zaal vol punkers, een jaar later. Op zijn donkere bril na heeft de tijd en het leven het Angry Young Man imago van Parker ingehaald. Voor ons staat nu een Happy Man. Na de aftrap met zoals gezegd twee songs van Heat Treatment volgen ‘slechts’ twee ijzersterke en strak gespeelde songs van het reüniealbum Three Chords Good uit 2012. ‘Snake Oil of The World’ en ‘Coathangers’, voltreffers met reggae- en soulinvloeden en die naadloos passen in de playlistkeuze van vanavond.
Een keuze met vooral veel blanke soul zoals in ‘Lady Doctor’ en ‘White Honey’ van het debuutalbum ‘Howlin Wind’. Mede door het soulgehalte, het beschaafde geluidsniveau, de senioriteit van de heren op het podium en die van dames en vooral heren in de zaal, roept de avond zo nu en associaties op met een nachtclub ergens in Las Vegas. Een vergelijking die minder opgaat aan het eind van het optreden als het album ‘Squeezing Out Parks’ uit 1979 aan de beurt is en het tempo in alle opzichten flink wordt opgeschroefd met maar liefst vier songs van het laatstgenoemde album zoals ‘Love gets you twisted’, ‘Nobody Hurts you’ en ‘Discovering Japan’. Dit als aanloop naar een toegift met onder meer de ballad ‘You can’t be to strong’, nummer vijf van de laatstgenoemde plaat. Zoals gezegd, het moest zo zijn, de spontane hereniging van Graham Parker met The Rumour. Niemand weet voor hoe lang, maar deze avond pakken ze mij niet meer af.
Foto’s (c) Rob Sneltjes/Maxazine