De naam Ian McLagan doet niet meteen een belletje bij mij rinkelen, laat staan een kerkklok. Ik moet dan ook behoorlijk diep in mijn verleden graven, om uiteindelijk bij The Small Faces in de tweede helft der 60er jaren uit te komen. Met hits als ‘Sha-La-La-La-Lee ‘, ‘Itchycoo Park’, ‘Lazy Sunday’, ‘All or Nothing’ en ‘Tin Soldier’ bepaalden zij samen met bands als The Kinks en The Who het geluid van deze tijd. Zij waren exponenten van de Mod cultuur, een stroming met als uiterlijk kenmerk hun ‘moderne kleding’, maar ook de-voor die tijd-vreemde kapsels, waarbij keurig om de oortjes heen geknipt werd. Denk daarbij aan Playmobil poppetjes, maar dan met oren.
Ian McLaglan was de toetsenist van de Small Faces, waarvan de bandnaam na het vertrek van Steve Marriott en met de komst van Rod Stewart en Ron Wood tot Faces gehalveerd werd. Ian is na de split van de Faces in 1975 altijd muziek blijven maken en de rij van namen met wie hij meegespeeld heeft is op zijn zachtst gezegd indrukwekkend. Los uit de mouw zijn dat bijvoorbeeld Chuck Berry, Jackson Browne, Joe Cocker, Bob Dylan, Melissa Etheridge, Bonnie Raitt, John Mayer en Bruce Springsteen. Zou ik toch zo maar The Rolling Stones vergeten te noemen.
Dat Ian McLagan in 2012 aan de Rock and Roll Hall of Fame werd toegevoegd is dan ook geen wonder. Bij het horen van zijn nieuwe CD ‘United States’, dat hij met zijn Bump Band (“Scrappy” Jud Newcomb-gitaar, Jon Notarthomas-bas en Conrad Choucroun-drums) opnam, wordt mij duidelijk hoezeer hij voor het geluid van de Faces met Rod Stewart verantwoordelijk was. Veel nummers zouden op een CD van “good old” Rod niet misstaan en doordat Ian ook al gezegend is met een hese stem weetje meteen hoe dat zou klinken.
Er zitten enkele nummers bij die je meteen een goed gevoel geven zoals ‘Pure Gold’, ‘Love Letter’ en de prachtige ballad ‘Mean Old world’. De meeste songs worden natuurlijk door orgelklanken gedomineerd, maar het gitaarspel van Jud Newcomb mag er ook wezen. Zij stralen een bepaalde rust uit en zijn niet overgeproduceerd. Het beste lijkt hij voor het laatste bewaard te hebben. Niet dat je je door de andere nummers heen moet slepen, maar ‘Love Letter’, ‘Shalalala’, ‘How Blue’ en ‘He’s Not For You’ liggen toch iets lekkerder in het gehoor dan andere nummers. De laatste, waaraan violiste Leigh Mahoney ook een bijdrage levert, schuurt zelfs tegen een echte tearjerker aan.
Al met al is ‘United States’ best wel een verrassend leuke CD die zoals eerder gezegd herinneringen oproept aan de gloriedagen van Rod Stewart, maar toch niet oubollig klinkt. Een album dat toch wel iets meer te bieden heeft dan een “erbijhebbertje”! (7,5/10)(Yep Roc Records 2388)