Paul Weller is amper veertien als hij in zijn geboorteplaats Woking, Engeland een bandje opricht, The Jam. Na honderden optredens in onder meer de plaatselijke Michael’s Club staat The Jam op 9 november 1976 voor het eerst op het podium van de legendarische 100 Club in Londen. De band lift mee – of andersom- met de niet meer te stoppen punkgolf in de Britse hoofdstad. In 1978 toert de band voor het eerst in Amerika met optredens in onder meer CBGB’s in New York. Twee jaar later schrift Weller zijn eerste nummer 1 hit. In maart 1980, voert The Jam met ‘Going Underground’ de Engelse hitlijsten aan.
Twee maanden later speelt het Engelse trio op Pinkpop. The Jam bloeit uit tot een markante en één van de meest invloedrijke Engelse bands in het punktijdperk. Er volgen nog drie nummer 1 hits zoals ‘Town Called Malice’. In 1982 zet Weller, nog maar 24 jaar oud, abrupt een streep onder the Jam. Hij wil een andere koers varen. Met Style Council richt hij zijn vizier op soul en jazz. Weller’s fans van het eerste uur haken af. Nieuwe fans haken aan, met name in Europa. In 1990 stopt Weller ook met Style Council. Alhoewel echte grote successen uitblijven, weet Weller als solo artiest nu al ruim twintig jaar en met dertien albums zowel zijn oud als nieuwe publiek aan zich te binden.
Deze lente verschijnt ‘More Modern Classics’, een compilatie album met enkele niet eerder uitgebrachte nummers. Twee weken na de start van Paul Weller’s zomertournee in – jawel- The 100 Club in Londen, staat de Engelsman op het podium van het Paard van Troje in Den Haag, het eerste van drie Nederlandse optredens deze week. Weller begint zijn uitverkochte show in Den Haag met ‘Sunflower’, een typisch Weller nummer. Krachtig, energiek, rockend en tijdloos. Weller staat doorgaans niet bekend om zijn goede humeur. De Style Council klassieker ‘Ever changing moods’ is hem op het lijf geschreven. Maar vandaag zit dat wel goed.
Weller maakt een afgetrainde, geconcentreerde en frisse indruk. Als een voetballer die begint aan een WK. Hij heeft er zin in. Net als zijn vijfkoppige band en in een strak tempo neemt de Engelsman ons mee langs zijn repertoire. Alles klopt vanavond. De chemie tussen Weller en zijn band en die tussen Weller, zijn band en de zaal, het geluid , het eerder al vermeld tempo en de afwisseling. Rockende, stevige en belerende songs als ‘Wake up the Nation’ wisselt de band af met fragielere nummers als ‘Come on/let’s go’, ballads als ‘Going Places’ en de Style Council hit ‘Ever Changing Moods’.
Zo nu en dan neemt Weller zelf plaats achter de keyboards, steekt hij een peuk op en horen en zien we zelfs een solo van drummer Steve Pilgrim. Ook de gitaarsolo’s wisselen voortdurend van afzender. Dan Weller en dan weer Steve Cradock. Na bijna twintig nummers eindigt de reguliere set met ‘Start’, één van de twee nummers van The Jam. Te weinig, had wel een onsje meer mogen zijn. De klokt tikt vanavond sneller, zo lijkt het. Voor Weller, zijn band en het publiek. Niemand wil eigenlijk naar huis. En dus keren voetballiefhebber Weller en zijn vrienden twee keer terug voor een verlenging met nog vijf nummers zoals ‘Wild Blue Yonder’. Wat mij betreft spelen we de wedstrijd snel over.