Het titelloze debuutalbum van Bacon Fat Louis is een van die platen die je maar heel af en toe (en altijd onverwachts) tegenkomt en waar je meteen van onder de indruk bent. Zo een album, dus. Ik zeg er eerlijk bij dat ik zanger Bo Hudson persoonlijk ken. Wat het echter niet wegneemt dat ik oprecht onder de indruk ben van deze plaat.
Als frontman van zijn andere ensemble (zijnde Lazy Daisy), kende ik Bo’s muziek al vele jaren. Lazy Daisy is een band, gehuld in vrije wereld van de jaren ’60 en ’70. Veelal speelt de band (Lazy Daisy, dus) covers. Recht-toe-recht-aan rock. Gierende gitaren, een ronkende bass en drumpartijen waar Ringo Starr zich niet voor zou hoeven schamen. Een fijne podium-act en altijd goed voor een avond vermaak. Prima vermaak. Muzikaal en technisch gezien zit alles goed in elkaar en de heren trakteren hun publiek op vrolijke verkleedpartijtjes, bier en fijne gitaarsolo’s. Zij zijn graag geziene gasten op de vele zomerfestivals in het noorden en oosten des lands. Organiseert u een festival, of heeft u een kroeg waar graag live muziek ten gehore laat brengen, kan ik u Lazy Daisy zeker aanraden. Succes verzekerd.
Maar Bacon Fat Louis is different cake! Zelfgemaakte instrumenten, een zwepende beat, volle (en lege) glazen. Kortom, een avond blues. Heftig en deftig, zoals de blues hoort te zijn. Met (off album) tracks als: Sing me no song, There’s a whole in my glass en Just forget we ever met trakteert Bacon Fat Louis haar publiek met een waar feestje, waar de vonken vanaf knallen. (8/10) (Tube Tone Records)