De voorstelling begint als één enkele saxofoon zijn klagende toon over het publiek laat vloeien. Een tweede saxofoon neemt het over en snel voegen zich de andere twee collega’s van het Artvark Saxophone Quartet erbij. Het kwartet, bestaande uit Bart Wirtz (altsax), Rolf Delfos (alt), Mete Erker (tenor) en Peter Broekhuizen (bariton) behoort tot het beste wat wij op dit gebied in Nederland hebben en ook internationaal weten zij hoog te scoren. Zij laten horen dat er met vier saxofoons en geen enkel ander instrument uitstekende muziek te maken is. Tijdens het openingsnummer loopt John Buijsman op de achtergrond heen en weer en hangt er bevlekte lakens op, waar een landschap met molens en typische Hollandse wolken op wordt geprojecteerd.
De volgende vijf kwartier krijgen we een unieke vorm van muziektheater gepresenteerd, waarin de blues het middelpunt vormt. Maar niet de Amerikaanse blues; we zijn immers in Nederland. Het is een muziekvorm die zo zou kunnen klinken als de blues in Nederland was ontstaan. In de polder dus, tot aan je enkels in de klei. Terwijl de mannen van Artvark aan het werk zijn worden zij door John Buijsman verzorgd. Hij zet koffie en kookt intussen aardappelen en spruitjes. Je hoort de fluitketel voor de koffie en de deksel van het pannetje dat staat te klepperen op het kookplaatje. En het is allemaal echt; de spruitjes heb ik die middag nog bij John thuis zien liggen. Het wordt ook allemaal op het podium genuttigd.
De teksten zijn geschreven door Peer Wittenbols en worden door John gezongen of voorgedragen. Het zijn tragikomische teksten, zoals de “Ouwe Jongens Blues”, het lied over Lidewij Broos en de vertaling van “John Henry” in “Dikke Don Hendriks”. Teksten over het verlaten zijn, het verlaten worden en het zelf verlaten. De enscenering is kaal gehouden. Er staat een tafel met wat stoelen, er hangt een waslijn met bevlekte laken en dat is het dan. Maar het is voldoende. De rest wordt ingevuld door de muziek en de teksten.
Een meesterlijk stuk muziektheater, dat duidelijk het bluesgevoel oproept.