Eindelijk is ‘ie er dan’, de langverwachte eerste studio-cd van Kubus and the Kingpins. Ik had al live-opnamen van ze en ik was benieuwd naar het eerste studiowerk. De band draait al enkele jaren mee in het Nederlandse bluescircuit en ieder van de bandleden heeft ruime ervaring opgedaan in diverse andere bands. Voor wie het nog niet weten, Kubus and the Kingpins bestaat uit zanger/gitarist Kees Volkers, drummer Marc Stam, bassist Wim Honing en gitarist Robert Geels. Het album bestaat uit twaalf zelfgeschreven songs en is door de heren zelf in de eigen studio van Marc opgenomen.
Het eerste accoord van “Tell Me Anybody” doet mij recht overeind schieten. Na de rondzingende gitaar gaat het over in een lekker rockende blues, waarbij de beide gitaristen elkaar solerend afwisselen. Zo staan er nog een paar van die lekkere rockers (“Have To Go On”, “Midnight Driver”) en boogiesongs (“Let’s Rock”, “It’s The Blues I Gotta Play) . Maar ook voor een slowblues als “It Really Doesn’t Matter” en een contemplatieve ballad als “Runnin'” draaien de heren hun hand niet om. Alles wordt op overtuigende wijze gebracht. Mijn persoonlijke favorieten zijn “Knucklehead ’38”, door de spannende opbouw en de verrassende tempowisselingen, en de al genoemde “It Really Doesn’t Matter”.
Een prima cd. Twee songs waren al eens op de verzamel-cd’s “Double Dutch” en “The Very Best Of Dutch Blues” verschenen en dat bleken regelrechte amuses te zijn. De band biedt een gevarieerdheid aan zelfgeschreven songs, die op overtuigende en professionele wijze worden gebracht. De cd wordt op 14 maart a.s. officieel gepresenteerd. Maar ik zou hem alvast gewoon bestellen. (8/10)(eigen beheer)