Comebacks komen in de blues wel vaker voor. Legendarisch zijn de oude bluesartiesten als Son House, Mississippi John Hurt, Skip James en vele anderen die in de dertiger jaren platen opnamen en toen in de vergetelheid raakten. Pas nadat ze in de zestiger jaren door veelal blanke bluesfans waren herontdekt en weer gingen opnemen hadden ze nog een fraaie oude dag. Je zou denken dat dit niet meer voorkomt, maar niets is minder waar. Er zijn nog steeds artiesten die in de zeventiger jaren actief waren en nu buiten de belangstelling staan. Een van hen is de bijna 70 jarige Bill Blue. In de zeventiger jaren deelde hij het podium met ZZ Top, Allman Brothers Band, Albert King, Johnny Winter en hij maakte deel uit van de band van Arthur ‘Big Boy’ Crudup. Na diens dood toerde hij geruime tijd met de Bill Blue Band over de wereld tot hij zich zo’n dertig jaar geleden in de Florida Keys vestigde en er niet meer weg ging.
Lokaal bleef hij nog muzikaal actief, maar daar bleef het op. Tot de Engelse muziekproducent Ian Shaw zich er ook vestigde en hij Bill zag. Hij wist hem over te halen weer de studio in te gaan en het resultaat “Mojolation” is nu uitgekomen. Bill wordt bijgestaan door een aantal vrienden, waaronder drummer Richard Crooks, die heeft gewerkt met Bob Dylan, Paul Simon en Leonard Cohen en de Engelse gitarist Matt Backer, die heeft gespeeld met Steve Winwood, Joe Cocker, Emmylou Harris en ook Julian Lennons bandleider was. Verder doen nog de gitaristen Michael McAdams (v/h Reba McEntire) en Larry Baeder en als blazers de Funk In The Middle Horns mee.
Het merendeel van de songs is uptempo en rauwe pure r&b. Bill speelt een geweldige partij gitaar en heeft een stem alsof hij iedere dag grind eet in plaats van cornflakes. Dat is meteen bij de openingstrack “It’s Gotta Change” duidelijk. Rauwer en puurder komen ze niet. Rauwe stem, rauwe gitaar en een slide die door merg en been gaat. Ook songs als “Guitar Whore” en “Who Let That Stranger In?” hebben eenzelfde overweldigende impact. Down-to-earth met fantastisch gitaarwerk, wat wil een bluesfan nog meer. Alleen in de klassieker “Poor Boy Blues” en het wat rustigere “I Ain’t From Mississippi” wordt wat gas teruggenomen. Denk niet dat het dan zoetsappig en lieflijk wordt. Nee, niets van dit alles, het blijft rauw en puur, maar dan gewoon wat rustiger. De uitsmijter “On The Road For Big Boy” wordt nog eens gas gegeven en laat Bill grandioos slidewerk horen met opwindend blazersgeweld op de achtergrond.
Conclusie:
Van het begin tot het einde een album vol met energieke, rauwe, en eerlijk blues. Dank aan producer Ian Shaw die dit juweel weer uit de vergetelheid wist te halen. (8,5/10)(Warm Fuzz Records)