Een paar maanden geleden besloten 2 Nederlandse singer-songwriters, Mathijs Leeuwis en Jeroen Kant, hun handen in een te slaan om een eigen label te beginnen. Achterliggende gedachte om een eigen platform te hebben waarop ze hun eigen muziek kunnen uitbrengen: “Als de grote labels niets willen en de kleine niets kunnen, dan doen we het toch gewoon lekker zelf!” Het eerste project dat werd uitgegeven was een album van Jeroen Kant, ‘De Lafaard Kapitein’. Maar niet alleen hun eigen muziek brengen ze uit op dit label, ook dat van ‘lotgenoten’. Niet zo verwonderlijk dat het 2e album dat ze uitbrengen is het debuutalbum van Flip Noorman; ‘Bellse Parese’.
Het album is vernoemd naar de ziekte die Flip heeft; Bellse Parese, oftewel aangezichtsverlamming, waardoor zijn linker gezichtshelft niet meer doet wat de rechter helft wel doet. Daar merk je muzikaal op dit album helemaal niets van. Want met de hulp van een stel zeer goede muzikanten heeft Flip een prachtig debuut afgeleverd. Makkelijk is het niet, het is er wel eentje waar je even goed de tijd voor moet nemen. Zoals op de bijgeleverde factsheet staat: “Als een slavendrijver jaagt Flip de luisteraar door zijn wereld waarin Boudewijn de Groot en Tom Waits een vreemd soort huwelijk aan zijn gegaan”. Folk is de noemer waaronder dit album zou moeten worden geschaard. Maar dan wel folk dat alle kanten op gaat. En dat niet alleen qua muziek maar zeker ook qua teksten, die van zwartgalligheid zomaar over kunnen gaan in liefdespoëzie.
Geen van de nummers op Bellse Parese zal het gaan schoppen tot hit maar het zal me niet verbazen als het album op zich zal uitgroeien tot een klassieke must have . (Bastaard Platen) (9/10)