Exact acht jaar na hun plek in de Nekka-finale en ruim twee jaar na de Publiekprijs op het prestigieuze Amsterdams Kleinkunst Festival laat de Gentse band Hermitage een gerijpt en organisch album op de wereld los. Hermitage omschrijft ‘Alleen De Liefde Kan U Redden’ als “een epos over de zondeval en het verlangen naar een wit blad”. Onmiddellijk de verklaring voor de witte kubus die de hoes van de nieuwe cd siert en de bandnaam gedeeltelijk verbergt. De kubus komt ook terug in de bijhorende voorstelling, die dit seizoen te zien is in meer dan 50 theaters, vooral in Nederland. Met deze nieuwe cd richt Hermitage haar pijlen nu ook volop op Vlaanderen. De medewerking van het wereldbefaamde Metropole Orkest schept alvast hoge verwachtingen.
“Dit album is organischer dan ons debuut ‘Schaduwliefde’ uit 2011. Samen met producer Wouter Budé hebben we intensief rond sound gewerkt, gebruik makend van veel vintage microfoons, om de kracht van onze unieke bezetting extra in de verf te zetten,” aldus Hermitage. “De percussie klinkt dreigender dan vroeger, aangevuld met elektronica, terwijl de cello, piano, vibrafoon, meerstemmigheid en gitaren een specifieke plek kregen.” Of de term kleinkunst dan nog wel van toepassing is, vindt de groep minder relevant. “Wij zingen in het Nederlands en gebruiken vooral een akoestisch instrumentarium. Zelf hebben we naast kleinkunst echter evenveel voeling met pop, chanson, indie en singer-songwriter.”
Thematisch graaft Hermitage diep. ‘Alleen De Liefde Kan U Redden‘ is een publieke boetedoening. We horen de band in de twaalf songs twijfelen, schuld beseffen en verlangen naar een nieuwe start. Zware woorden voor een formatie die in Nederland ook vaak als ‘cabaret’ wordt aangekondigd. “Wij houden er zelf niet van om de term ‘cabaret’ op onze voorstelling te plakken. Elke bezoeker kan zeker beamen dat er ondanks de best zware liedjes eigenlijk een heel ontspannen, warme en zelfs grappige avond ontstaat, maar het draait voor ons om de muziek en niet om de verwachting eens goed te komen schuddebuiken. De lach enerzijds, maar ook de traan en alles daartussen, daar zijn we zelf als mens en als artiest naar op zoek.”