Na enkele albums in eigen beheer heeft de Limburgse dialectrapgroep Rebzjie dan eindelijk een platencontract in de wacht weten te slepen. Niet onterecht, want de Maastrichtenaren timmeren al jaren, met gemengd succes, aan de weg , maar altijd met goede moed. We kennen Rebzjie al jaren als hiphopformatie, dus het is wat vreemd als we de poppy deuntjes op ‘Sjeepsrech’ uit de luidsprekers horen komen. Een ander, fris geluid, en aangezien de hitlijsten al aangeven dat platenmaatschappij Marista goed zat met het opnemen van Rebzjie in hun stal, is het voor ons even wennen geblazen.
Het durt geen halve plaat of we zijn gewend aan de nieuwe tonen van de Limburgers, dus ondanks de grove koerswijziging, de rap zeker niet links hebben laten liggen. Het vijftal lijkt qua stijl een en ander af te hebben gekeken van de Vlaamse underground lolrock-sensatie The Clement Peerens Explosition, en ook de helaas veel te vroeg gestopte Limburgse voorgangers van De Heideroosjes lijken hun invloed te hebben gehad op ‘Sjeepsrech’. Dat laatste is niet verwonderlijk, want Heideroosjes-frontman Marco Roelofs komt ‘Hotèl ‘de Hèl” zelf nog een stukje meesscheeuwen. Opener ‘Geen tied’ daarenbij laat al duidelijk horen dat de mannen de hiphopvan welkeer inmiddels zijn ontgroeid en durven te experimenteren richting rock (met daarbij een uitblinkersrol voor gitarist Danny Brands) en wat Drum ’n Bass, wat op zich al een gewaagde combinatie is. Het resultaat echter mag er wezen. ‘Póppegeziech’ daarna geeft herkenning richting het gitaargeluid van The Edge en Run DMC en een nummer verder lijken de Limburgers goed te zijn beïnvloed door de Duitse Die Fantastischen Vier en Seeed. ‘Rammel mèt die batse’ is een van de betere tracks op het, toch al niet slecht te noemen, album.
Andere grote uitschieters op ‘Sjeepsrech’ zijn titeltrack ‘Sjeepsrech’, waarbij de vijf asistentie krijgen van rapper Jules Koch en de Wieker Hofzengers, afsluiter ‘Dink nao’ en zeker het diepzinnige (bijna Osdorp Possiaanse) ‘Zelfrespec’ Respec veur die manne! Zelfs ‘Badmöts’, wat wat trekt op ‘Gijzelaar’ van Het Goede Doel, is met zijn funky riffs en overdreven poppy teksten een vrolijke afwisseling. Heel anders dan het a eerder genoemde ‘Hotèl ‘de hèl”, dat donker en grimmig, richting de latere Heideroosjes, klinkt. En ook ‘Moonster’ doet het, wederom door het sublieme gitaarspel van Brands, bovengemiddeld goed.
‘Sjeepsrech’ is het derde album van de Limburgse band en het lijkt cliché, het is de spreekwoordelijke derde maal die bij Rebzjie ook werkelijk scheepsrecht is. Waar de eerdere albums toch min of meer in de underground zijn blijven hangen, is ‘Sjeepsrech’ met recht een doorbraak voor de vijf. Het legt voor Rebzjie wel een bepaalde druk, want hoe is dit een volgende keer te evenaren? Evenaring of niet, ‘Sjeepsrech’ is er een die de mannen in hun zak kunnen steken. Driemaal is ‘Sjeepsrech’ maar laten we voor Rebzjie hopen dat het niet hun beste werk is. (8/10) (Marista)