Met het gloednieuwe album Rain Plans in de koffer reist Israel Nash Gripka met zijn band door Europa. Uit het uitgebreide tourschema valt af te leiden dat zijn muziek het goed doet op het continent. Van Zuid-Spanje tot hoog in Zweden hebben podia zijn naam op het affiche gezet. Gelukkig is er ook tijd voor Nederland, waar Gripka maar liefst 5 maal op de planken staat. Zo staat er op een koele woensdagavond een rij voor een van de mooiere podia van het land, de Luxor Live in Arnhem.
Als decor prijkt een enorm affiche met het artwork van de nieuwe plaat, wat de vermoedens bevestigt dat het recente werk ruimschoots aan bod zal komen. Dat is goed nieuws, de nieuwe plaat is immers lovend ontvangen tot en met de centerfold van de Volkskrant, en de verwachtingen naar de live vertolking ervan zijn niet gering. Gripka opent dan ook met de eerste van het album, Woman at the Well, en neemt de zaal direct mee naar de omgeving waar het album zijn oorsprong vindt. De pedal steel gitaar zorgt voor de dromerige sfeer die als rode draad door het album de nummers blijft voorstuwen.
Gripka zelf bewijst direct zijn dijk van een stem, al stond die vooral aan de zijkanten van de zaal wat hard afgesteld. Door het integraal en aaneengeschakeld opvoeren van heel Rain Plans wordt de Luxor ondergedompeld in de unieke, verhalende rootsrock van Gripka, die soms wat psychedelisch aandoet en meer dan eens een behoorlijk rocky randje meekrijgt. Dat laatste is vooral het resultaat van het harmonische karakter van de band, waar genoeg ruimte ontstaat voor prachtig, op elkaar afgestemd solowerk. Een mooi voorbeeld daarvan is titeltrack Rain Plans, dat klein begint maar geleidelijk ontwaardt in een onvervalst meesterwerk.
Via Mansions belandt Gripka bij afsluiter Rexanimarum, de mooie maar ietwat vreemde eend in de bijt die als brug tussen oud en nieuw werk kan worden beschouwd, om na een korte pauze terug te keren met een reeks bekende nummers. Na energieke versies van Goodbye Ghost en Antebellum volgt verrassend Drown, het autobiografische nummer dat op plaat zo rustig voortkabbelt, maar in de Luxor ongekend krachtig wordt neergezet. Uiteindelijk wordt afgesloten met het populaire Baltimore, dat door menig toeschouwer inmiddels woord voor woord kan worden meegezongen.
Hoezeer de redelijk goed gevulde Luxor het allemaal behoorlijk waardeert, het zet de zaal niet op z’n kop, en dat komt vooral door de wat bescheiden houding vanaf het podium. De band van Gripka bestaat niet uit mensen die een zaal opzwepen, of een stapje naar voren doen tijdens een solo. Liever laten ze de muziek het werk doen en daar is niet veel mis mee. Het publiek is niet weggevaagd, het heeft wel degelijk genoten van prachtig, sfeervol werk en dat is veel waard. Laat het buiten vroeg donker zijn, laat het gebladerte tegen de ruiten slaan en laat het stormen en vriezen. Zet Gripka op, ga binnen bij de haard zitten en je komt de winter wel door.
Foto (c) Bert Vethaak/Maxazine