Op de zaterdagavond van 19-10-’13 organiseerde de Baeker Blues Side weer haar jaarlijkse bluesavond in café/zaal Auwt Baek. Voor de 9e editie had men weer een prima line up samengesteld met Howlin’Stone, Bradley’s Circus en Johnny Mastro and Mama’s Boys. Om de ombouwpauzes ook van muziek te voorzien deed men een beroep op Duketown Slim.
Gehinderd door allerlei omleidingen en het lang zoeken naar een parkeerplaats in de directe omgeving, wat overigens niet lukte want er was ook nog eens kermis in Beek, arriveerde ik halverwege het optreden van Howlin’ Stone, maar kon nog ruimschoots genieten van een sterke set. Die bestond naast eigen nummers als ‘Love Breaks You Down’ (een prachtige slow blues), ‘Heartbeat Like A Hammer’ en ‘Louisiana’ ook uit sterke covers als het in een eigen jasje gestoken ‘Saint James Infirmary’ en ‘I’m Leavin’ van Sean Costello.
De jonge band uit Reuver heeft in hun nog korte bestaan al een hoog niveau bereikt en de toegift waarom gevraagd wordt voelt voor hen dan ook als een blijk van erkenning. Met ‘Never Mis Your Water’ nemen ze afscheid en kan de eerste ombouw klus beginnen.
Als er dan een groen balletje de zaal in rolt, gevolgd door Opa, de hond van Mattanja Joy Bradley weet het publiek dat Bradley’s Circus inmiddels gearriveerd is.
Ik huppel intussen naar het café waar Duketown Slim aan zijn eerste set begonnen is.
Omringd door een vijftal gitaren, bluesharp voor zijn neus en tamboerijn om zijn voet, -hier zit “a man with a mission”-, heeft men hem bij de ingang van het café geplaatst. Een beetje ongelukkige keuze, zo blijkt, omdat er constant laatkomers en rokers komen binnen druppelen. Duketown Slim, Imco voor vrienden, trakteert het publiek op een portie onvervalste Mississippi-Delta blues en deze one-man bluesband met een lekkere rauwe stem, stampt er op los dat het een lieve lust is. Zijn repertoire bestaat vnl. uit covers maar wordt wel op een manier gebracht zoals de blues bedoeld is, het grijpt je bij de keel. Door de drukte besluit ik maar weer terug naar de zaal te gaan, waar een gedeelte van het publiek zich met Opa amuseert.
Bradley’s Circus wordt door Jos Potting aangekondigd en beschreven als een van Nederlands beste Roots bands en laat daar met hun optreden geen twijfel over bestaan. Een gevarieerde show trekt aan het publiek voor bij waarbij elke stroming die onder roots muziek valt vertegenwoordigd is. Dat kan je wel aan André van den Boogaart, Mattanja Joy Bradley, Lidewij Veenhuis, Beewee Nederkoorn en Joris Verborgt overlaten. De band kan putten uit het repertoire van 3 cd’s (de live cd niet meegerekend), maar gooit er ook af en toe een covertje tussen door zoals een schitterende vertolking van Wang Dang Doodle met heerlijk rauw, scheurend harmonica spel van Lidewij. Een lekkere slow blues is ‘All Of Your Love’, dat heel sensueel door Mattanja gezongen wordt en waarop André een wereld solo laat horen. Het prachtige nummer van Magic Sam duurt bijna 8 minuten en vormt voor mij het hoogtepunt van de show. Bij J & L Boogie, met daar in een stukje ‘Oerend Hard’, gaan de voetjes vlijtig van de vloer en valt op hoe strak Beewee op drums en de goedlachse Joris op de staande bas het ritme er in houden. Van hun nieuwe cd ‘Kickin’ but Not High’ komen ‘Honey’, ‘Backporch of My Dreams’, ‘Do What You Do, I Want You’ en de afsluiter van de set ‘Jimmy the Moose’ voorbij. Een prima optreden dat van mij nog wel wat langer had mogen duren en waarbij het publiek de gelegenheid kreeg om een cd naar keuze te winnen. Je moest dan wel tijdens ‘Don’t Throw Your Underwear’ een slip(je) naar de band gooien. De oogst bleef beperkt tot één boxershort.
Naar weer een bezoekje aan Duketown Slim gebracht te hebben, rep ik me weer naar de zaal want door de goede planning (Complimenten!) duurt de ombouwpauze nog geen 20 minuten.
Kwamen liefhebbers van de bluesharp bij Lidewij Veenhuis al ruimschoots aan hun trekken, bij Johnny Mastro kreeg dat nog een vervolg, maar dan van het smerige, gruizige, vettige, niet door thinner op te lossen, soort. Het was duidelijk dat de meerderheid van het publiek speciaal voor hem en Mama’s Boys naar Beek gekomen waren want het was dringen geblazen voor het podium.
Met zijn rete-strakke band bestaande uit Smokehouse Brown op gitaar, Michael Hightower op bas en met Jimmy Goodall achter de trommels en bekkens, weet hij met de opener Tonight We Ride de toch al broeierige temperatuur nog enkele graden op te krikken. Bij het tweede nummer, het opzwepende ‘Cry For Me’, gutst het zweet al van hun gezichten. ‘Kings & Queens’ staat ook op de setlist evenals ‘Spider’ en de rocker ‘Francine’, beiden afkomstig van zijn laatste cd ‘Luke’s Dream’.
De altijd in zwart geklede en met enorme zonnebril getooide zanger/bluesharpist/producer weet het publiek goed te bespelen en laat alvast enkele brandnieuwe songs horen die op zijn volgende album zullen komen. Naar de titels moet ik raden, want hoewel hij na de show zo vriendelijk was om enkele songtitels op te schrijven is zijn handschrift voor mij niet te ontcijferen. Wel weet ik dat hij zijn fantastische show met Francine beëindigd en de toegift de titel ‘Hurt’ draagt, dat ook weer op zijn laatste cd voorkomt.
Het is eigenlijk wel een handicap als je een recensie schrijft over iemand die je tot dan toe alleen maar van naam kent, vandaar dat ik me niet aan songtitels waag waarvan ik denk dat ik bij de aankondiging iets verstaan had. Die titels zijn eigenlijk ook niet zo belangrijk, want ik heb van begin tot het einde genoten van een waanzinnige show, waarbij je geen notie van tijd meer hebt en die daardoor maar een uur leek te duren. Dat is het echte werk en ik kan me best voorstellen dat deze band met gemiddeld 250 gigs “all over the World” aan belangstelling niet te klagen heeft.
Met een meer dan tevreden gevoel keer ik dan ook diep in de nacht huiswaarts en wordt ik door Duketown Slim uitgezwaaid op de toepasselijke tonen van ‘You gotta move’!