Road Dog’s Life – Smokin’ Joe Kubek & Bnois King.
Op de een of andere manier boeken duo’s met onderling groot contrast het meeste succes in het geen wat zij doen. Voorbeelden zijn er ten over. Laurel & Hardy, Mouth & MacNeal, Tom Poes en Olivier B. Bommel, zijn enkele namen die mij spontaan te binnen schieten. Zelfs de met rode puntmuts getooide grijsaard die met zijn vriend in december allerlei snoepgoed in een of andere hoek gooit waar je altijd moeilijk met de stofzuiger bij komt, heeft een hele schare, jonge fans.
Op muzikaal gebied horen Smokin’ Joe Kubek en Bnois King tot een van de bekendste duo’s, nadat een jaar of 20 geleden per toeval een samenwerking ontstond. Joe, de bluesrocker van de harde aanslag en de uit de jazz hoek komende Bnois, als contrast gezegend met een warme soulvolle stem, vormen samen een unieke combinatie die vrijwel constant on the road zijn. Het zoeken naar een passende titel voor deze inmiddels 14e cd duurde dan ook niet lang.
De riffs van Joe hoor je bij live optredens altijd uit de linker boxen knallen en de zachtere akkoorden van Bnois altijd rechts. Zo is deze cd ook opgenomen. Echte stereo! Misschien is ‘Nobody But You’ daarom wel een van de leukste nummers, waar je dit duidelijk op terug hoort, maar waar op de heren samen ook een synchroon riedeltje spelen.
Zeker het vermelden waard, is dat Kim Wilson en Randy Chortkoff zowel vocaal als op mondharmonica aanwezig zijn op de heerlijke shuffle ’Nobody But You’. Ook zorgt Wilson voor het blaaswerk op ‘K9 Blues’ en de rock’n roller ‘I Ain’t Greasin’.
Kid Anderson heeft ook een gastrol en hij is met een prachtige gitaarsolo te horen op het met Latin ritmes doorspekte ‘That Look On Your Face’.
Op ‘Talkin’ ‘bout Bad Luck’ waart de geest van Muddy Waters rond, het nummer doet sterk denken aan ‘Mannish Boy’.
Er zijn slechts weinig cd’s die 100% perfect zijn en dat is ‘Road Dog’s Life’ helaas niet helemaal.
Joe is al vanaf zijn jeugd een groot Beatles fan en daarom kan ik zijn keuze om dit album met een nummer van de Fab Four op te fleuren wel begrijpen, maar hij heeft daarbij het totaal plaatje uit het oog verloren. Het door George Harisson geschreven ‘Don’t Bother Me’ slaat de plank volledig mis en komt tussen de eigen nummers, die vnl. up tempo zijn, niet goed uit de verf. Dat doet, hoe ironisch, ‘Play With Fire’ van de Stones echter wel. Beide nummers zijn de enige covers tussen de 12 nummers die dit album rijk is.
Zoals al hun cd’s is Road Dog’s Life weer een kwaliteits product en misschien wel de beste die het duo ooit gemaakt heeft.
De cd hapt lekker weg als een vers gebakken broodje waarbij het gitaarspel van Joe het knapperige korstje vormt en de warme soulvolle stem van Bnois het zachte, malse binnenste vertegenwoordigt. Smeer daar de strakke ritmesectie Campbell/ Bott over uit met een solootje van Kid Anderson en voeg daar nog eens het voortreffelijke harmonica spel van Kim Wilson en Randy Chortkoff als beleg aan toe en het is smullen geblazen.
Tot slot wil ik nog even vermelden dat ik de info over dit album summier gehouden heb omdat ik de cd digitaal, zonder info of hoes, toegestuurd heb gekregen. Helaas maken steeds meer platenmaatschappijen hier gebruik van, hetgeen betekent dat je wel objectiever je oordeel kunt geven, maar ook dat je voor een recensie enkele uren langer achter de pc zit om de nodige info van meewerkende muzikanten te verzamelen. Het is dan niet uitgesloten dat er enkele fouten gemaakt worden.
(Delta Groove Records) (9/10)