‘Het is’ is het tweede album van singer/songwriter Eefje de Visser. Een totaal andere plaat dan haar debuutalbum ‘de Koek’, kleiner en intiemer, veel meer plaats voor instrumentale stukken. Volwassener zou je het kunnen noemen. Maxazine interviewde Eefje voor haar clubshow in 013 en ging onder andere op zoek naar het antwoord op de vraag waarom dit album zo anders klinkt dan haar debuutalbum.
Je nieuwe plaat is nog niet zo lang uit, hoe is die inmiddels ontvangen?
“Het album wordt goed ontvangen, we zijn er zelfs ook erg tevreden mee. Alsof het nu pas echt gaat beginnen. Bij het eerste album waren we echt nog groentjes, nu weten we veel beter wat we willen, en wat we neer willen zetten”.
Het geluid is een stuk dromeriger dan ‘De Koek’, waar nog veel funk en hiphop invloeden te horen waren, waarom is dat?
“In de jaren tussen ‘De Koek’ en ‘Het is’ ben ik erg veranderd en met mij mijn band. Tijdens het maken van ‘Het is’ kreeg ik steeds meer de behoefte aan een album met minder ritmische stukken, en meer plek voor stem en instrumentale stukken. Er zit veel meer ruimte in de muziek, dat had ik nog niet door met ‘De Koek’”
Je optredens zijn altijd anders, bestaande nummers arrangeer je telkens weer opnieuw, waarom doe je dat?
“Ik wil iedere tour iets nieuws. Dat houdt ons als band fris en dat is ook leuk voor de bezoekers die de cd’s al kennen. Het lijkt me ook erg saai om telkens maar het zelfde te moeten spelen en alleen te kunnen veranderen van nummers op de setlist. Dit houdt ons gefocust”.
Wat betekende het winnen van de Grote Prijs van Nederland voor jou en voor je carrière?
“Ik had hele lage verwachtingen van de Grote Prijs, want dan kon het nooit tegenvallen. Iedereen om me heen zei dat ik nu snel mijn eerste plaat uit moest brengen want die had ik nog niet. Maar in die tijd kwam ik mijn huidige manager tegen en die begon mij te coachen. Hij zei dat ik de tijd moest nemen om écht een goede plaat op te nemen en daar alle aandacht aan te besteden. Dat heb ik toen gedaan en daar ben ik blij mee. Dat resulteerde in ‘De Koek’”.
Er zat best veel tijd tussen ‘De Koek’ en ‘Het is’, hoe is dat zo gekomen?
“Ik had ‘Het is’ al veel eerder uit willen brengen. Maar vanaf ‘De Koek’ is alles zo snel gegaan met verschillende clubtours, festivalseizoenen en zelfs een theatertour. Na de theatertour zijn we bezig gegaan met opnemen en dat was ook de reden waarom het zo lang heeft geduurd. We hadden simpelweg de tijd niet om eerder aan een nieuw album te werken”.
Hoe kom je aan je inspiratie voor je teksten?
“Het komt gewoon in me op. Ik ben een dromer en denk na over dingen. Ik ben niet duidelijk geïnspireerd in dingen, maar het komt gewoon in me op. Ik denk heel beeldend en inspireer me door landschappen of wat ik om me heen zie gebeuren. Het is niet zo dat ik vanuit een vooraf bedacht concept schrijf, ik schrijf over de dingen die ik zie gebeuren”.
Zijn je teksten autobiografisch?
“Ja, en nee. De teksten zijn vanuit mijn oogpunt geschreven en aangevuld met fantasie. Het zijn een soort schetsen in mijn hoofd die telkens worden aangevuld. Dus het is deels autobiografisch omdat ik schrijf over dingen die ik zie gebeuren om mij heen, maar het gaat niet expliciet over mijzelf”.
Welk nummer is het meest dierbaar voor je?
“Ik ben blij met alle nummers die ik maakte, maar als ik er één moet kiezen dan is het toch wel ‘ongeveer’ van mijn tweede album. Dit is echt zo’n nummer met weinig fratsen, weinig vondsten en veel lucht maar ik ben wel heel blij met hoe ik het gemaakt heb. Het klopt precies”.
Wat doe je voor dat je moet optreden?
“Zelf doe ik altijd wat stemoefeningen om op te warmen. Voor we het podium opgaan knuffelen we altijd even met de hele band en iedereen die op dat moment in de buurt is en dan zeggen we altijd even ‘we maken ze kapot!’. Voor mij is het belangrijk dat ik het publiek een goed gevoel kan geven, ik over ze heen kan stralen”.
Wat is je grootste blunder?
“Ik heb niet echt grote blunders, natuurlijk maakt iedereen wel eens blunders, ik heb ooit meegemaakt dat ik in Nijmegen stond en ‘Schotland’ zong en ineens de tekst kwijt was. Toen zong iemand uit het publiek verder: ‘stoere mannen met stoppelbaarden’ en wist ik de tekst weer. Dat was wel het moment dat het publiek mee begon te zingen, dus eigenlijk was dat meteen een soort ijsbreker en konden we er achteraf hartelijk om lachen. Het ergste wat mis kan gaan is dat je het podium afstapt en je niet tevreden bent, dan heb je niet alles kunnen geven”.
Wat is tot nu toe het hoogtepunt geweest in je carrière?
“Ik heb al een aantal hoogtepunten mee mogen maken. Natuurlijk was Lowlands een hoogtepunt, het was te gek hoe het publiek zo verschrikkelijk uit zijn dak ging, met ons mee zong en danste. Maar ik vind het ook mooi hoe je tijdens clubshows of in het theater heel dicht bij het publiek staat. En het is een voorrecht om met deze band te spelen”.
Wat zijn je toekomstplannen?
“Ik wil veel mooie dingen maken, nieuwe dingen ontdekken en mijn liedjes blijven vernieuwen. Ik wil investeren in licht, zodat het een bijzondere samenhang wordt tijdens het optreden, waarbij lichteffecten mijn liedjes versterkt. En natuurlijk mooie videoclips maken. Ook zou ik het tof vinden om meer in het buitenland te kunnen optreden, in België of Zuid-Afrika bijvoorbeeld”.
Foto (c) Hans Kreutzer