Dinsdagavond, iets over half negen. De zaal is net geopend. Terwijl het publiek een plaatsje zoekt, speelt het Open Combo in een hoekje van het podium. Als de zaallichten straks doven zal Ben Lansink de presentator van die avond aankondigen.
Dit was het vaste begin van de Open Bak, het open podium in Theater de Engelenbak in Amsterdam waar bijna alles kon, mits het niet langer dan een kwartier duurde. Sinds 1975 bood de Open Bak een podium waar jong en oud talent van wisselende kwaliteit nieuw werk voor publiek uit probeerde. Voor artiesten als Paul de Leeuw, Youp van ’t Hek, Lenette van Dongen en Plien en Bianca betekende de Open Bak de springplank voor hun carrière. Toen in december 2012 de Engelenbak zijn deuren moest sluiten, betekende dat het einde van de Open Bak.
Dinsdagavond 1 oktober 2013, iets over half negen. Het Betty Asfalt Complex, het theater van Paul Haenen en Dammie van Geest, biedt onderdak aan de eerste Open B.A.C. sinds bijna een jaar. Presentator Margreet Dolman, Haenens vrouwelijke alter ego sinds 1975, benadrukt bij haar opening dat het nieuwe onderkomen voor de Open B.A.C. onafhankelijk is en dat gemeentelijk subsidiebeleid het open podium dus niet meer kan bedreigen.
Het wordt een klassieke avond, met zwakke en sterke try-outs, een pauzeopdracht voor het publiek en een wekelijks feuilletonlied dat de gebeurtenissen van de afgelopen tijd behandelt. Dolman neemt met haar flamboyante persoonlijkheid al improviserend en grappend het publiek bij de hand. In kleine ad-hoc interviews met de artiesten wordt de ziel van de Open B.A.C. bloot gelegd. Zoals de ongeschreven regel dat het publiek nooit de schuld heeft als er niet gelachen wordt om je grappen. ‘Vond je het een kutpubliek?’ vraagt Dolman aan een stand-up comedian die de klik met het publiek niet wist te maken. Het volmondig ‘ja’ spreekt boekdelen en ontlokt dan toch een lachje.
Mooi is de hommage aan de in juli overleden Maarten van Roozendaal. Van Roozendaal, jarenlang barman in de Engelenbak, speelde zijn liedjes in de Open Bak voor het eerst voor publiek. Begeleid door het Open Combo onder leiding van Johan Hoogeboom zingen Jurrit de Bode en Anouk Dorffman een kleine en wonderschone versie van De Olielamp.
Een vast onderdeel is de kleinkunstclassic, een keuze van de presentator uit het grote oeuvre van Nederlandse kleinkunstliedjes. Dolman kiest voor eigen werk, het indertijd omstreden nummer Buk nog een keer. De hilarische tekst wordt kracht bij gezet door een doldwaas dansje van Dolman, terwijl het achtergrondkoortje geen spier vertrekt. Nieuw is de keuze voor een gastmuzikant, deze week muzikant en componist Clous van Mechelen, die veel van Haenen’s / Dolmans liedjes schreef. Met een eigen kwartiertje, waarin hij We liegen wat af en Tol Hansse’s Zes planken speelt, besluit hij de avond. Het is een perfect einde de eerste nieuwe, maar o zo vertrouwde Open B.A.C.